Kind van 1,5 jaar de laptop op tafel

De 50-ste

Tjie. Dit is mijn 50-ste blog! Dat zijn veel blogs, veel meningen, veel gedachten die ik op papier heb gezet! Ik ben begonnen met dit blog om mijn verwondering over de lokale politiek op te schrijven. En zo is het nog steeds. Eigenlijk is elk blog een reminder aan mezelf: wat ik politiek belangrijk vind en vooral hoe ik aankijk tegen hoe het gaat in de lokale politiek. Elk blog helpt me om te verwoorden wat ik ergens van vind. Vaak borrelt er van alles in mijn hoofd, maar door het op papier te zetten, moet ik goed nadenken wat ik er echt van vind en hoe ik dat kan uitleggen.

Ik heb al mijn blogs (te vinden op de website politiekinbeweging.nl) doorgelezen. Wat blijft bij mij hangen? Natuurlijk de inhoud, maar ook moet ik denken aan hoe zo’n blog steeds tot stand komt. Ik schrijf ze op maandagochtend. Om 12:00 uur is de deadline voor publicatie op woensdag in het Hofweekblad. Ik schrijf ze pas op het laatste moment, want dan zijn ze het meest actueel. Maar soms worstel ik met een blog en is het wel krap om het blog pas op maandagochtend te schrijven. Is het te lang? Hoe leg ik goed uit wat ik bedoel? Hoe kan ik mijn punt maken zonder dat mensen zich persoonlijk aangesproken voelen? Wat wil ik meegeven? Ligt het in de lijn van het gedachtegoed van In Beweging? En vooral: hoe blijf ik geconcentreerd een blog schrijven, terwijl er een baby – inmiddels dreumes – is die veel aandacht vraagt? Luier, eten, spelen, huilen, etc. Jonge kinderen zijn nou eenmaal handenbinders. Ook nu dartelt mijn dochtertje van anderhalf om me heen die eerst haar eten morst, op schoot kruipt om ook op de laptop mee te gaan typen, vervolgens een vieze luier heeft, duidelijk wil maken dat ze samen een boekje wil lezen, etc. En dan is er ook het logeerpartijtje, het is immers vakantie. Dus er zijn hier nog vier kinderen. Oudere kinderen, maar ook zij willen eten, moeten aankleden en tanden poetsen.

Aan de inspiratie ligt het niet. Ik verwonder me nog genoeg over de lokale politiek! Ik heb mijn blogs allemaal teruggelezen. Op de site van In Beweging zal ik binnenkort een stuk plaatsen over de vraag: denk ik er nog steeds zo over? En: hoe gaat het nu met dat onderwerp? In dit ene blog gaat het me niet lukken om op al die 49 blogs te reflecteren…
Wat ik er nu wel alvast over wil zeggen: voor mij is heel waardevol gebleken dat mijn blogs gespreksstarters blijken te zijn. Zo leidde bijvoorbeeld mijn blog over Henk Kamp tot een kop koffie bij hem thuis en mijn blog over het sociaal domein leidde tot een gesprek bij een gezinshuis in Goor. Maar vooral: op straat, in de supermarkt, via mail, via social media, via appjes, in en buiten de raadsvergaderingen, op verjaardagen – overal word ik aangesproken op mijn blogs. En dan hoeft iemand het niet met mijn eens te zijn, maar is het vaak wel een mooi begin van een gesprek en voor mij is dat weer waardevolle feedback op waar In Beweging en de lokale politiek mee bezig is!

Ik ga graag nog een tijdje door met deze blogs. Als reminders aan mezelf en als aanleiding voor interessante gesprekken. Dank voor jullie reacties; ik hoop dat jullie als lezers daar ook mee blijven doorgaan!

Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging

Een burgerberaad doe je niet zomaar

Ooit gehoord van een burgerberaad? Steeds meer gemeenten in Nederland doen een burgerberaad en ik hoop dat Hof van Twente ook volgt. Een burgerberaad werkt heel kort gezegd als volgt: je gaat inwoners loten. Die inwoners krijgen een brief met de uitnodiging om mee te denken over een bepaald onderwerp. Dat meedenken gaat verder dan vragen wat iemand ergens van vindt. Deze inwoners gaan uiteindelijk namelijk ook stemmen en de lokale politiek zal dat besluit overnemen.

Dat is nogal wat! De gemeenteraad is toch niet voor niets gekozen? Weten deze willekeurige inwoners er wel genoeg van af? En een besluit van inwoners zomaar overnemen, dat is eng! Maar wat mij betreft is het juist de ultieme vorm van democratie: de meerderheid beslist. De gemeenteraad (die overigens ook bestaat uit leken) laat zien dat ze vertrouwen heeft in haar inwoners en geeft verantwoordelijkheid aan haar inwoners over haar eigen omgeving. Zo zou ik het graag zien. En nee, dat gaan we niet met elk onderwerp doen dat voorbij komt. Het burgerberaad moet je juist alleen inzetten voor een hoofdpijnonderwerp. Niet om af te schuiven (zo van: laat de inwoners dat onderwerp maar voor ons oplossen), maar om juist samen tot het beste besluit te komen.

Er zijn gemeenten die in het coalitieakkoord hebben opgenomen dat ze ‘willen experimenten met een burgerberaad’. Dat klinkt voor mij alsof een burgerberaad een doel op zich is. Maar dat moet het juist absoluut niet zijn. Een burgerberaad moet je juist alleen inzetten als er zich een pittig onderwerp voordoet. Maar dan moet je er wel klaar voor staan als gemeente, zowel de politiek als de ambtenaren. Een goed burgerberaad doe je niet even tussendoor. Want: hoe werkt een burgerberaad? Is er budget om een burgerberaad te faciliteren? Gaat de politiek het besluit van de inwoners echt overnemen? Hoe zorgen we voor een goede afspiegeling van inwoners die meedoen? En zo nog veel meer vragen. Daar moet je niet pas over na gaan denken als een onderwerp spaak dreigt te lopen.

Er wordt wisselend gedacht over een burgerberaad. Tot op heden ben ik enthousiast, maar ik hoor ook de tegenargumenten. Daarom ben ik vorige week met een cursus begonnen over het burgerberaad. Om van alles te horen over burgerberaden en vooral te leren van de ervaringen bij andere gemeenten. Wat werkt wel, wat werkt niet? Wat zijn de voors en tegens? Vorige week was de eerste bijeenkomst. Ik ben naar huis gegaan met een hoofd vol aan inspiratie. En vooral het gevoel: ik gun Hof van Twente de energie die een burgerberaad losmaakt! Wordt vervolgd!

Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging

Foto: gebiedsontwikkeling.nu

zaadjes van een paardenbloem vliegen weg in de wind

Laat het los

Wat doe jij als er iets negatiefs over je wordt geschreven op social media of in de krant? Een negatief bericht over jouw mening, over jouw club, over jouw manier van werken. Dat er iets wordt geschreven waarvan jezelf denkt: ‘huh? dat klopt helemaal niet!’. Misschien heb je er ervaring mee, misschien niet. Voor mij geldt: ik onthoud helaas die paar negatieve berichten beter dan alle positieve berichten bij elkaar. Ik ga er over piekeren. En helemaal als ik me aangesproken voel dat iemand mijn integriteit in twijfel trekt, dat ik niet oprecht zou zijn of dat ik iets anders doe dan ik zeg. ‘De Grote Piekervraag’ is natuurlijk: ga ik er op reageren? Ik weet: als ik via de media op inhoud reageer met feitelijke punten, wordt het een pingpong aan berichten die meestal niet tot een positieve eindconclusie leidt. Hetzelfde geldt als ik zou reageren via de media op berichten die over mijn integriteit gaan. Dan wordt het helemaal een hopeloos berichtenverkeer. Maar ja, als ik helemaal niet reageer, knaagt dat gevoel dat het niet eerlijk is en dat ik niet voor de waarheid en mezelf ben opgekomen. En blijf ik hangen in een gevoel van verontwaardiging: iedereen moet weten hoe het echt zit! Ik doe ook maar gewoon mijn maximale best…

Bovenstaande alinea had een blog kunnen zijn van mij van een tijdje terug. Pfoei, er zijn wat gedachtenspinsels geweest! Hoe kan ik omgaan moet zo’n bericht?! Hoor ik niet dit en hoor ik niet dat? Zal ik niet zus of zal ik niet zo? Maar hoe je ook reageert, het is toch niet goed. Mijn man hoorde mijn gezucht weer eens aan, zei niks, maar deed wel wat: ik hoorde opeens op hard volume ‘Let it go’ van de film Frozen door de woonkamer schallen. Niet omdat hij mijn gepieker gezeur vond, maar hij wilde gewoon op een luchtige, grappige manier laten weten: laat gaan. Sta erboven. Je weet zelf hoe het zit. En zo is het. Dus wat doe ik nu dan bij zo’n bericht? Ik neem contact op met de betreffende schrijver om er wellicht onder een kop koffie verder over te hebben. Behalve als die kop koffie al gepasseerd station is en je van elkaar gewoon weet dat je er anders in staat. Dat mag. Dat kan. Ik heb het er ook over met mensen om me heen. En tot slot, als in dat bericht anderen worden betrokken, zal ik die anderen ook even contacten om mogelijk wat opheldering te geven. En dat is het. Laat gaan.

Tegelijk zijn er veel positieve berichten waar ik veel liever mee bezig ben. Neem alleen al vorige week. In de raadsvergadering van vorige week hebben we het aangepaste beleid voor startersleningen behandeld voor koophuizen. Dit naar aanleiding van een motie op initiatief van In Beweging, mede-ingediend door PvdA, SP en D’66. Dat beleid wordt hopelijk in de volgende raadsvergadering door een amendement verruimd om nog meer mensen te kunnen helpen. Het project “Politiek op School” heeft een sprong gemaakt. De informerende raad over het jongerenbeleid rondom alcohol en de omgeving van jongeren was bijzonder inspirerend. De week werd afgesloten met een leerzame middag voor raadsleden over de toegankelijkheid in Delden waar ons steunfractielid Marije Averdijk zich continu voor inzet. Allemaal mooie ontwikkelingen! In één week!

Dus: de alinea over het piekeren door negatieve berichten mag in de verleden tijd worden herschreven.  Alleen die laatste zin, die blijft kloppen: ik weet dat ik ook maar gewoon mijn maximale best doe…

Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging

mensen heffen samen hun glas champagne

Ben jij wel politiek genoeg?

Het is net kerstvakantie geweest. Twee weken nauwelijks politiek. Twee weken de kinderen thuis. Twee weken geen deadlines. Heerlijk! Natuurlijk hebben we in die twee weken ook 2023 afgesloten en gaan we vloeiend 2024 in. Hoe kijk ik politiek terug op 2023? En wat neem ik mee naar 2024? Dan bedoel ik niet inhoudelijk, maar hoe politiek gaat en hoe ik dat ervaar.

Tijdens de kerstdagen vroeg iemand mij: ‘ben jij wel politiek genoeg?’. Wat is dat nou voor rare vraag, dacht ik. En aansluitend dacht ik: dat is geen rare vraag, dat is een heel moeilijke vraag! Wanneer ben je ‘politiek genoeg’? Daar hoort namelijk ook de vraag bij of ik politiek leuk vind. Het eerlijke antwoord? Ik weet het niet. Als het over de inhoud gaat, ja, dan vind ik het leuk. Ik ben echt benieuwd naar argumenten van anderen en regelmatig word ik daardoor ook aan het nadenken gezet of ik mijn mening daarom niet wat moet bijstellen. Daar leer ik van en worden besluiten beter van. Maar vaak gaat politiek ook over hoe mensen met elkaar omgaan. En dat vind ik toch wel lastig.

Je hebt een burgemeester, drie wethouders en 25 compleet verschillende gemeenteraadsleden. En iedereen heeft hetzelfde doel: Hof van Twente nog beter maken. Maar om dat te bereiken, zijn er veel verschillende standpunten en vooral verschillende werkwijzen. Afgelopen jaar heeft het me veel energie gekost om daarmee om te gaan. De enige oplossing bij frustratie is: maak dingen bespreekbaar. En dan kan je natuurlijk nog steeds van mening verschillen, maar dan weet je dat in ieder geval van elkaar. Dat scheelt al zoveel!

Heeft u de oudejaarsconference gezien met Micha Wertheim? Eigenlijk waarschuwt hij voor bubbels. Internet is een fuik geworden. Internet rekent netjes uit wat jouw belangstelling heeft en zorgt dat je dat als eerste ziet. En wij maar denken dat we een brede belangstelling hebben, want oh, alles wat we op internet tegenkomen, heeft mijn interesse! Nee, dat is een bubbel. En hoe meer en langer je in die bubbel vastzit, hoe minder begrip voor alles daarbuiten. Stap dus regelmatig uit die bubbel! In die zin zijn die 25 compleet verschillende raadsleden een cadeau. Ze houden me scherp. Weerstand is niet leuk, maar leert mij absoluut mijn eigen mening over onderwerpen en werkwijzen te ontdekken, te verwoorden en ervoor op te komen. Daarom blijft mijn voornemen voor 2024: stap regelmatig uit je eigen bubbel. Misschien ongemakkelijk en frustrerend, maar vooral interessant en leerzaam. En dat is nog waardevoller!

Over bubbels gesproken: proost op 2024!

Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging

Blije jongeren op een bankje in IJsland

Ik ben er heel blij mee, had ik dat al gezegd?

“Oh, daar ben ik heel enthousiast over!”. Oké, dat begint goed. Ik heb een ambtenaar aan de lijn van een gemeente die al een tijdje ervaring heeft met een bepaald beleid rondom alcohol, het zogenaamde OKO-beleid. OKO staat voor ‘Opgroeien in een Kansrijke Omgeving’. Steeds meer gemeenten in Nederland pakken dit model op. Ook Hof van Twente wil nu met deze aanpak aan de slag. Het college heeft daarvoor een raadsvoorstel gemaakt.

Het voorstel staat deze week op de agenda van de raadsvergadering. De cijfers van alcoholgebruik in Hof van Twente zijn opvallend hoog. Er wordt al ingezet op minder alcoholgebruik. Dit OKO-beleid is daar dan een schep bovenop. Het OKO-beleid is gebaseerd op ervaringen uit IJsland waar alcohol een zeer groot probleem was. Inderdaad, ‘was’. De cijfers van alcoholgebruik zijn daar inmiddels al jaren stabiel laag. Hoe? Niet door te focussen op alleen de alcohol, maar vooral op de hele omgeving – van school tot sportvereniging tot thuis (met een belangrijke rol voor de ouders!). Als raad hebben wij via een openbare, informerende raad keurig de informatie gekregen van de GGD en het Trimbosinstituut over de cijfers en het idee achter de aanpak. Goed dat de betrokken partijen uit het raadsvoorstel hier ook allemaal aanwezig waren. De ambtenaar die het raadsvoorstel heeft geschreven, maakt op een later moment tijd vrij om al mijn vragen en mitsen-en-maren te beantwoorden. Ik besluit toch ook nog even te bellen met andere gemeenten om hun ervaringen te horen. Ervaringen uit de praktijk zijn voor mij toch vaak het meest overtuigend. En dan krijg je dus deze ambtenaar aan de lijn. En ik vuur gewoon al mijn vragen af. Zoals: mooi, dat succes in IJsland, maar IJsland was op landelijk niveau en Nederland is toch geen IJsland? (“klopt, daarom is het ook geen blauwdruk, maar gebruik je wat past”). Waarom de focus op alcohol, er is bijvoorbeeld toch ook een toenemend drugsgebruik? (“je focust op beschermingsfactoren, die gelden ook voor drugsgebruik”). Dit kost toch heel veel geld? (“het kost vooral tijd”). Dit moet je toch integraal oppakken, niet alleen door de mensen van sociaal domein? (“je begint met de mensen en organisaties waar de energie al zit, de rest volgt”). Mensen gaan toch steigeren als je dingen gaat verbieden? (“focus ligt niet op verbieden, wel op alternatieven bieden”). Je kan toch niet alle ouders bereiken? (“daarom stap voor stap en zijn we blij met elke ouder die wél aanhaakt”). Ik heb de indruk: hier zit de juiste persoon op het juiste beleid. We ronden het gesprek af. Zij zegt tot slot: “Ik ben heel blij met deze aanpak! Had ik dat al gezegd?” Ja hoor, dat had je als eerste al gezegd. En anders was dat overduidelijk.

Voor de zekerheid bel ik nog een gemeente. Het wordt een vergelijkbaar gesprek. Ik ben overtuigd. We – iedereen, ja, ook ouders – gaan naar nieuwe normen toe. Dit beleid valt niet te kaderen, we moeten geen snelle cijfermatige resultaten verwachten als gemeenteraad. Wel vraagt deze OKO- aanpak vertrouwen van de raad aan het college, een lange termijn visie, geduld, commitment en ruimte. De steun daarvoor van In Beweging krijgen ze. Ik hoop dat ik op een later moment ook de trekker van dit beleid voor onze gemeente spreek en dat die ambtenaar hetzelfde zegt als de ambtenaar in dit blog: “ik ben héél blij met deze aanpak!”

Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging

Afbeelding uit de video met twee kinderen en een fiets en de tekst: "And they're different!"

Zoek de Overeenkomsten

Het regende. Heel hard. Buiten was het donker. Het was op een avond, ongeveer negen jaar geleden toen ik in Goor kwam wonen. In het lokale nieuwsblad had ik gelezen over avondeten bij mensen thuis. Om met elkaar in gesprek te gaan. Met mensen die je niet kent. Met mensen met verschillende achtergronden. Dat klonk interessant! Maar ik had me niet aangemeld en ik wist ook niet waar het was. In het gemeentehuis brandde licht. Misschien konden zij mij verder helpen. Natgeregend stond ik bij de balie. De baliemedewerker had geen idee. Maar ze zou even gaan bellen. De secretaresse van het college kwam naar beneden (ik kende haar niet, dus ik wist op dat moment niet dat zij dat was). Ze dacht misschien wel te weten wat ik bedoelde. Dat heet de Dag van de Dialoog. En dat was in de moskee. Ze wilde mij wel even brengen! Het regende immers zo hard en zij was toch met de auto. Tjonge. Ik weet nog dat ik dacht: dit is wel een héél servicegerichte gemeente! We hebben een paar rondjes gereden (want waar zit die moskee nou ook alweer precies?), maar ik ben keurig afgezet en heb een zeer interessante avond gehad. Veel geleerd over verschillende culturen. Simpelweg door het gesprek met elkaar te voeren. En met een zeer positieve indruk van de gemeente: als deze service kenmerkend is voor de mensen hier, dan mag Hof van Twente daar trots en zuinig op zijn! Ik ga nog steeds naar de Dag van de Dialoog. En ik leer elk jaar weer nieuwe mensen kennen. Nieuwe culturen. Nieuwe inzichten. Nieuw begrip.

Kent u misschien het filmpje met de titel ‘the greatest video of all time’? Een filmpje waarin steeds twee kinderen worden geïnterviewd met de simpele vraag: wat maakt jullie verschillend van elkaar? Waar wij volwassenen denken “dat lijkt me duidelijk: de ene heeft het syndroom van Down en de ander niet” of “de ene is Aziatisch, de ander blank”, zie je de kinderen nadenken en daarna iets antwoorden als “zij houdt van spruitjes, ik niet” of “ik woon boven, hij woont een verdieping lager”. Kinderen hebben een heel andere blik en dat kan wel eens heel prettig zijn. Of misschien zelfs nodig zijn.

De landelijke verkiezingen zijn geweest. Laat ik het zo zeggen: ik had de uitslag niet op deze manier verwacht. Inmiddels zijn we twee weken verder. Wat blijft is het verontwaardigde gevoel naar mezelf: ‘in welke bubbel leef ik dat ik deze uitslag zo onverwacht vond?’. Ik heb wel behoefte aan vaker zo’n Dag van de Dialoog en ik heb wel behoefte aan een andere blik. Dus een oproep aan mezelf: kom uit die bubbel. En ga in gesprek! Dat was ik al van plan, maar nu nog meer. Sinds een paar weken gaat Janne één dag per week naar de opvang. Hopelijk om tijd te hebben voor meer dialoog, voor een andere blik, voor meer gesprek… En dan vooral niet: ‘Zoek de Verschillen’. Maar wel: ‘Vind de Overeenkomsten’!

Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging

Drie vraagtekens hangen aan een waslijn met een klassiek rijksgebouw op de achtergrond

Drie agendapunten

Ik ga terug naar eind 2021. De gemeenteraadsverkiezingen komen eraan. Ik kan het me nog goed herinneren. Ik had een afspraak met iemand. Ik had – zoals gewoonlijk – een heel lijstje gemaakt van agendapunten. Ik vroeg aan hem of hij ook agendapunten had. “Ja”, antwoordde hij lachend. “Ik heb drie agendapunten: jou uit de politiek praten, jou uit de politiek praten en jou uit de politiek praten”. Hij zei het met een glimlach. Ik gaf een glimlach terug. Allebei wisten we al dat mijn besluit was genomen. Ik zou een poging gaan doen om actief te worden in de lokale politiek.
Volgens mij hebben we nooit helemaal uitgesproken waarom hij dat zei. Ik heb het toen opgevat als een compliment dat ik mijn huidige werk goed deed en ik heb het opgevat als oprechte zorg of ik inde lokale politiek wel tot mijn recht zou komen. Hij wist: geef deze Marianne een paar kaders en vertrouwen, dan staat ze volledig in haar kracht en gaat ze haar uiterste best doen om haar werk waar te maken. Hij was degene die mij altijd vertelde dat mensen het beleid maken. Letterlijk, maar vooral figuurlijk. De wereld is niet maakbaar. Je kan op papier zetten wat je wilt, maar het zijn vooral de mensen die het beleid uitvoeren, die bepalen of dat beleid een succes gaat worden.
Die ‘iemand’ in bovenstaand voorbeeld is onze wethouder Wim Meulenkamp. Jaren heb ik voor hem gewerkt voor allerlei duurzaamheidsprojecten. Door hem leerde ik hoe kort de lijntjes in dit gemeentehuis zijn, hoe leuk het eigenlijk is om voor een gemeente te werken en wat me vooral opviel: hoe hij élke dag vol nieuwe plannen en ideeën en met dezelfde hoeveelheid energie het gemeentehuis binnenstapte met als simpel doel: de gemeente nóg beter en mooier maken. Ik was het vaak wel, maar niet altijd met hem eens hóe dat te doen, maar die drive maakte dat ik veel respect voor hem heb gekregen.
Ik spoel door naar dit jaar, naar begin september. De landelijke verkiezingen staan voor de deur. Er wordt bekend gemaakt dat Wim Meulenkamp op plek 21 staat van de kieslijst van de VVD. Het eerste wat ik dacht was: “Ik heb drie agendapunten voor hem: hem uit de landelijke politiek praten, hem uit de landelijke politiek praten, hem uit de landelijke politiek praten”. Maar natuurlijk, dat besluit is allang genomen. Wim Meulenkamp ademt Hof van Twente; hij was hier toch nog niet klaar?! En Den-Haag: komt hij daar volledig in zijn kracht? Wim Meulenkamp is toch een doener?! Hij raakt toch gefrustreerd als er teveel gepraat wordt? Hij wil aan de slag! Mijn beeld van de Tweede Kamer is dat je daar een hele lange adem moet hebben om niet alleen mee te praten, maar ook iets voor elkaar te krijgen. Tegelijk: hij heeft hier natuurlijk goed over nagedacht en ik gun hem zijn carrière. Ik wens Wim Meulenkamp het allerbeste. En Wim, ook al ben ik het niet altijd met je eens, maar mocht de VVD dusdanig veel stemmen krijgen dat je inderdaad naar de Tweede Kamer gaat: veel succes daar in Den-Haag! En vooral: dank voor je inzet! En blijf je toch hier, dan geldt het zelfde: dank voor je inzet!

Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging

Een wereld te winnen

Een ‘raadscommunicatieadviseur’. Pfoei, politiek zit vol met mooie scrabblewoorden en dit is er weer zo eentje. Maar ik werd wel getriggerd. Dat klinkt als iemand die de gemeenteraad – en daarmee de lokale politiek – helpt om meer bekend te zijn. Wat de gemeenteraad doet, wie de raadsleden zijn, wat er besproken wordt, hoe je met de gemeenteraad in gesprek komt, zulk soort dingen. Dat is precies wat ik belangrijk vind! En hopelijk draagt dat dan bij aan het vertrouwen in de lokale politiek en gaan mensen zich  (nog meer) inzetten voor hun eigen omgeving.
Ik ben dus meteen op onderzoek gegaan. En wat blijkt? Het is best gebruikelijk dat de gemeenteraad wordt ondersteund door een communicatieadviseur. Iemand die politiek neutraal is en puur als taak heeft: inwoners betrekken bij de politiek. Ik heb een raadscommunicatieadviseur benaderd en bestookt met vragen hoe dat dat werkt. Ik werd er vooral enthousiast van en wil dan ook zeker mijn best gaan doen om te kijken of we ook zo’n ondersteuning kunnen krijgen. Denk dan bijvoorbeeld aan zaken als een politiek café, een eigen website, meer actief op sociale media en met raadsleden samen de straat op. Natuurlijk, dat kan je allemaal als partij ook zelf doen, maar ten eerste is dit efficiënter en ten tweede: het doel is inwoners betrekken bij lokale politiek. Het doel is niet om inwoners te beïnvloeden wat hun mening is over bepaalde onderwerpen.
De raadscommunicatieadviseur die ik interviewde, vroeg mij op een gegeven moment iets terug: ‘’hoe kunnen inwoners in jullie gemeente nu iets bespreekbaar maken?’’. Ik was even stil. Ik denk omdat ik meteen besefte dat het antwoord dat ik zou gaan geven, een antwoord zou worden waarop zij zou reageren met: ‘’nou, daar is nog een wereld te winnen dan’’. Ik antwoordde de volgende opsomming: “Er zijn een paar opties:
1) Als inwoner kan je een mail sturen naar de politieke partijen. Maar: dan moet je wel eerst de contactgegevens zoeken of weten dat er een griffie bestaat en de griffie contacten, maar wie kent het woord ‘griffie’ überhaupt?
2) Als inwoner mag je ook vragen stellen tijdens de informerende raad. Maar: dan moet je wel weten dat dat fenomeen bestaat, dat het thema van de informerende raad voor jou relevant is en je moet wel weten dat je dat recht hebt en het lef hebben om die microfoon te pakken.
3) Als inwoner kan je ook vijf minuten inspreken bij een raadsvergadering. Maar: dat moet je ook maar net weten, vooraf aangeven, mag niet gaan over iets dat al besloten is en je moet ook maar het lef hebben om daar te gaan staan.
4) Als inwoner kan je ook de lokale media benaderen. En dat is het. Denk ik.
5) O ja, als je geluk hebt, ken je een raadslid persoonlijk en stuur je een whatsappje hoe je jouw zorgen bespreekbaar kunt maken en die zal je dan bovenstaande vertellen”. Ik somde dit zo op tegen de raadscommunicatieadviseur. Mijn voorspelling kwam uit. Het was even stil. Er klonk een zucht en toen ‘’nou, daar is nog een wereld te winnen dan’’. Volgens mij kan een raadscommunicatieadviseur daarbij helpen. Ik ben voor!

Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging

Wel zo efficiënt

Wij hebben in de gemeenteraad het zogenaamde BOB-model. BOB is de afkorting voor de drie stappen hoe in onze gemeente besluiten worden genomen: 1) Beeldvorming, 2) Oordeelvorming, 3) Besluitvorming. Steeds meer gemeenten hanteren deze werkwijze. Het scheelt tijd (geen aparte commissievergaderingen per thema), maar de vraag die ik heb: krijg je zo wel de optimale discussie?

Eerst een toelichting hoe het werkt. Voor stap 1, de beeldvorming, is er de informerende raad. Vaak is dit een (goede en interessante) presentatie van ambtenaren en kunnen er technische vragen worden gesteld door de gemeenteraad én aanwezigen (inwoners dus ook). De vragen mogen niet politiek zijn. Dus je mag wel vragen: ‘kunt u mij het verschil in die bedragen toelichten?’, maar je mag niet zeggen: ‘ik vind het verschil tussen die bedragen te groot, dat moet echt anders!’.

Voor stap 2, de oordeelvorming, staat een onderwerp als meningvormend op de agenda van de gemeenteraadsvergadering. De praktijk leert dat zo’n agendapunt echter meer meninguitend dan meningvormend is. Dat is ook logisch. Het zou gek zijn als je als partij niks hebt gedaan sinds de informerende raad en hier pas gaat nadenken over argumenten. Dus gaat het als volgt: de politieke partijen hebben sinds de informerende raad netjes hun huiswerk gedaan (overlegd binnen de partij, stukken gelezen en wellicht navraag gedaan bij ambtenaren en belanghebbenden) en geven aan wat hun mening is. De vraag die vervolgens belangrijk is, is de volgende: blijft dit uw mening of is er nog iets dat uw mening kan doen veranderen? Mijn ervaring is dat meningen op dit moment echter al gevormd zijn in plaats van gevormd worden. Standpunten zijn al ingenomen. En dus gaan we vaak ter plekke door naar stap 3: de besluitvorming. Als er niet meteen besloten wordt, komt het raadsvoorstel drie weken later als besluitnemend terug op de agenda. Het scheelt dus drie weken in tijd als je meteen een besluit neemt over een meningvormend agendapunt. Dat klinkt wel zo efficiënt. Toch?

Maar dan mijn vraag: is dit wel de optimale discussie? Ik wil juist van partijen de afwegingen horen in plaats van de ‘einduitslag’ (het standpunt). Dat gebeurt nu meestal in aanloop naar de vergadering via telefoontjes naar elkaar. Niks geheims aan wat mij betreft, maar die discussies die dan plaats vinden, zou ik graag in de raadszaal terug zien. Want aan de telefoon is wel oprecht de vraag: is er nog een argument dat jouw van mening kan doen veranderen? En richting inwoners: als zij – nadat ze de meningen hebben gehoord in de gemeenteraadsvergadering – nog willen proberen om raadsleden te spreken om argumenten uit te wisselen, kan dat dus niet meer, want er is soms al meteen over besloten. En ik wil ook voorkomen dat een partij of een individueel raadslid de druk voelt om een agendapunt wel even af te tikken, terwijl die partij nog wat wil uitzoeken.

Een oplossing? Wat mij betreft heel simpel: we gaan de informerende raad met een discussie-onderdeel uitbreiden. Deel 1 van de avond is presentatie en deel 2 van de avond is debat. In plaats van alleen het presenteren van een beleidsconcept, waarbij de raad en belanghebbenden alleen verduidelijkende vragen kunnen stellen, gaan de raadsleden er aansluitend ook over in gesprek. Daarbij is het startpunt dus dat iedereen ter voorbereiding de stukken gelezen heeft. Op die manier win je tijd en kan je met elkaar in gesprek: argumenten uitwisselen, in discussie gaan. En met die bagage ga je vervolgens naar het overleg binnen je eigen partij. Zo vind ik het prima als een agendapunt meninguitend is en we wellicht zelfs meteen beslissen. Dat klinkt transparant én efficiënt. Toch?

Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging

Hulp geven versus hulp krijgen

Ik las een keer een interview met Sifan Hassan. Het interview ging natuurlijk over haar ren-prestaties,
maar ook over de cultuur waarin ze is opgegroeid. Ze vertelde dat het in de cultuur van haar
geboorteland Ethiopië een zegen is als je iemand kunt helpen. Op de één of andere manier bleef dat
heel erg hangen. Het zegt eigenlijk dat degene die hulp kan geven dankbaarder zou moeten zijn dan
degene die de hulp krijgt. Ik heb het gevoel dat dat bij ons eerder andersom is…
Ga maar na bij jezelf… waar ben je beter in? Wat geeft een beter gevoel? Iemand helpen of geholpen
worden? Iemand helpen geeft voldoening. Door iemand geholpen worden geeft eerder een gevoel
van krediet naar iemand, dat je iets terug moet doen.
Ik heb vaak het gevoel dat onze maatschappij erop gericht is dat we anderen gaan helpen en dat wij
als politiek daar het bijbehorende budget bij moeten regelen. En als het ons lukt om zoveel mogelijk
mensen te helpen, geeft dat een trots gevoel. Oh, wat doen we het dan goed! Daar mag de
geholpene wel heel dankbaar voor zijn! En o wee als diegene dan niet dankbaar genoeg is. Maar is
het niet andersom? Zoals Sifan Hassan vertelde: wat een zegen als je de mogelijkheid hebt om
iemand te helpen!
Voor iemand anders klaar staan geeft een goed gevoel. Andersom, steeds hulp moeten accepteren is
verrekte lastig. De geholpene wil die hulp helemaal niet nodig hebben, die wil het alles het liefst zelf
kunnen. Hulp geven kost tijd, moeite en geld; vraagt vaak puzzelwerk in planning en dat klinkt
allemaal als zaken dat je dankbaar moet zijn dat iemand dat voor iemand anders over heeft. Maar er
is een belangrijk verschil: het is de helper die zelf beslist. Degene die hulp nodig heeft, heeft geen
keuze. En daarmee kom ik bij mijn punt voor politiek beleid. Wat ons betreft moet politiek beleid
gericht zijn op zelfredzaamheid. Niet omdat we niet willen helpen, maar iemand leren hoe die
zichzelf kan helpen is beter. Ik ben blij dat we dit steeds meer terug zien in ons gemeentebeleid en
daar zullen we als In Beweging scherp op blijven. Denk daarbij bijvoorbeeld aan thema’s als fysieke
toegankelijkheid (dat je zelf je boodschappen kunt doen tot zelf kunt stemmen bij de verkiezingen)
voor ouderenzorg (nu actueel met de woonzorgvisie die voorligt bij de gemeenteraad, waar focus ligt
op zelfregie voor ouderen) tot de opvang van vluchtelingen (regelen we alles voor ze, omdat er een
taalbarrière is of laten we ze steeds meer dingen zelf oppakken). Zelfregie geeft gevoel van trots,
gevoel van controle en gevoel van onafhankelijkheid. Dat gunnen we toch iedereen? En mooi
meegenomen, ik denk dat het op termijn ook nog eens geld scheelt. Waarmee we vervolgens weer
anderen op weg kunnen helpen…

Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging