Foto van Marianne Hutten

Vooral die tegemoetkomende fietser

Ik maak me echt zorgen. Sinds begin november is de verkeerssituatie in Diepenheim aangepast. Sindsdien horen, lezen en ervaren we klachten. Of beter gezegd: zorgen om veiligheid. Het gevoel dat het wachten is op het eerste ongeluk. Mensen hebben ons aangesproken en we zijn zelf met omwonenden gaan praten. Het gaat vooral om de tegemoetkomende fietser. Je kan met de auto alleen door de wegblokkades slalommen door over de fietsstrook te gaan. Dat is eng voor de tegemoetkomende fietser. Word ik wel gezien? Wie wacht op wie? Het is de gewoonte om bij een veranderende verkeerssituatie een ‘gewenningsfase’ te hebben. Logisch, elke verandering vraagt om gewenning. Maar ten koste van wat?

En wat kan ik nu doen als raadslid? Ik maak me dus echt zorgen. Stel dat er een ongeluk gebeurt en ik heb als raadslid niet mijn best gedaan om deze situatie aan de kaak te stellen… Ik wil het liefst de geruststelling voelen dat de situatie wél veilig is. Als ik daarin niet gerustgesteld word, wil ik dat de verkeerssituatie per direct wordt aangepast. Hoe pak ik dat aan? Vooralsnog zet ik in op het vragenhalfuurtje in de gemeenteraadsvergadering. Dat is speciaal voor actuele onderwerpen. Maar bereik ik daarmee ook mijn doel? Het is een vragenhalfuurtje, geen debathalfuurtje. En bovendien: het gaat me niet om de vragen, het gaat om het doel. Ik spreek live, bel, mail en whatsapp met ambtenaren, wethouder, een aantal andere raadsleden en een aantal omwonenden. Ik kan ook de krant bellen. Ik kan het verzoek doen om dit onderwerp te agenderen. Via een motie?

Eigenlijk hoop ik gewoon dat ik heel snel gerustgesteld word. Ik hoop van harte dat tussen de tijd dat ik dit blog typ op maandagochtend en het verschijnen van het blog in het Hofweekblad er een geruststellende reactie is geweest. Misschien in de raadsvergadering van dinsdagavond of daaromheen. Met de hoop dat de verkeerssituatie aan de Goorseweg/Wilsonweg in Diepenheim weer veilig voelt! Vooral voor de tegemoetkomende fietser!

Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging

Foto van Marianne Hutten

In een rolstoel naar station Delden

De belangrijke begrotingsvergaderingen zijn vorige week geweest. Er is mee ingestemd door de hele gemeenteraad. Dat is mooi! Wethouder Wim Meulenkamp zei aan het eind in de vergadering: ‘het is dan wel een begroting, maar het is meer over inhoud gegaan dan over geld. Dat is goed’. Eens! Ik weet niet of Wim Meulenkamp het op dezelfde manier bedoelde als ik hoop, maar ík bedoel ermee: laten we het over welzijn hebben in plaats van alleen over welvaart. Het draait niet alleen om geld. Kijk breder! Het regionale Twente Board investeert in het zogenaamde “Bruto Twents Geluk”. Hof van Twente investeert daar flink in mee. Bruto Twents Geluk klinkt misschien wat zweverig, maar het is precies wat ik bedoel (voor inspiratie: zie google of de site twente.com). Het uitgangspunt is simpel: focus op geluk in plaats van alleen op geld. Geluk is complex, maar we kennen veel puzzelstukjes die eraan bijdragen en waar we dus op kunnen inzetten.

Eén van de dingen die kan bijdragen is het gevoel dat jouw mening er toe doet en dat je invloed hebt op de omgeving waar je woont. Als voorbeeld: wij hebben vanuit In Beweging in de begrotingsvergaderingen gepleit voor het tempo maken met een Adviesraad voor mensen met een handicap. Met het ondertekenen van het manifest ‘Iedereen doet mee!’ in 2020 hebben we dat al beloofd, maar het is er nog niet van gekomen. Hoe het werkt? Zorg voor een pool van mensen met een handicap die vanuit hun ervaring het beste advies kunnen geven over toegankelijkheid (en geef ze daar ook een vergoeding voor). Laat een wethouder bijvoorbeeld met een blind iemand door het centrum van Goor lopen. Wat kom je tegen? Laat een ambtenaar met iemand in een rolstoel naar het treinstation in Delden gaan. Wat kom je tegen? En vooral: hoe kan dat opgelost worden? Vaak zijn wethouders en ambtenaren welwillend, hebben een luisterend oor en zijn de oplossingen niet ingewikkeld, maar was men nog niet bewust van het probleem. Gelukkig bevestigde wethouder Hannie Rohaan in de begrotingsvergadering mijn beeld van die welwillendheid ook: ze heeft aangegeven om de Adviesraad op te gaan pakken. We hopen en verwachten dan ook dat die Adviesraad snel opgezet wordt! Want ook, of beter gezegd: juíst zulke dingen dragen bij aan ons Bruto Twents Geluk. Sterker nog: ons Netto Twents Geluk!

Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging

Foto van Marianne Hutten

Is het geen baan dan?

Ik weet niet waarom, maar tijdens mijn zwangerschapsverlof (officieel heet dat voor een raadslid een ‘tijdelijk ontslag’) kreeg ik in een gesprek regelmatig opeens de verbaasde vraag: “is het geen baan dan?” Nee, officieel is dit geen baan. En ik vroeg me daardoor af: hoeveel mensen denken nog meer dat raadswerk een baan is en wat denken mensen eigenlijk dat een raadslid krijgt? In dit blog daarom een feitelijk antwoord. Ik schrijf deze blog niet omdat ik een oordeel wil geven over de hoogte van de vergoeding, dat oordeel mag u zelf geven…

Het korte antwoord: ik krijg elke maand € 610,42. Wil je een toelichting? Zo ja, lees verder. Zo nee, sla deze alinea over en ga verder bij de volgende alinea.

Als raadslid krijg je geld. Maar dat heet geen salaris (want je hebt geen arbeidsovereenkomst). Dat geld heet een vergoeding. Je betaalt er wel belasting over. Het maandbedrag is een optelsom van meerdere bedragen: een vergoeding voor het raadswerk, fractievoorzitterschap, eventueel extra commissiewerk, onkostenvergoeding, vergoeding ziektekostenverzekering en een bijdrage in de kosten voor internet/telefoon. De hoogte van de vergoeding voor het raadswerk is afhankelijk van het aantal inwoners. Te beginnen bij bruto €1.081,- (tot 40.000 inwoners) tot maximaal €2.650,- (vanaf 375.000 inwoners). Hof van Twente heeft ruim 35.000 inwoners. Een raadslid hier krijgt dus het laagste, bruto € 1.081,-. Ik draag daarnaast elke maand €100,- af aan de partij (naar mijn weten dragen alle raadsleden in Hof van Twente een bedrag af aan hun partij).

Men gaat er vanuit dat een raadslid tussen de 16 en 20 uur per week kwijt is aan raadswerk. Dat zou in mijn situatie neerkomen op netto € 9,54 per uur (bij 16 uur) tot netto € 7,63 per uur (bij 20 uur). Nu mag u drie keer raden hoeveel uur raadswerk kost. Hint: mijn agenda is rijk gevuld met raadsvergaderingen, fractievergaderingen, overleggen, werkbezoeken, heel veel telefoontjes, leeswerk, etc. Ik hoor wel eens geluiden dat er luie raadsleden zijn, die er puur zitten voor het geld en er de kantjes er vanaf lopen. Ik heb tot nu toe de indruk dat dat niet geldt voor Hof van Twente. Ik zie een groep van 25 gemotiveerde raadsleden die hun uiterste best doen. En of dat een baan is? U mag zelf het antwoord geven…

Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging

Foto van Marianne Hutten

Van je af bijten?

Vorige week hebben we in de raad vragen gesteld over het hondenverbod in De Meene. Deze vraag heeft na afloop van de vergadering tot heel wat media-aandacht en telefoontjes geleid. Onze vraag was niet zozeer het verbod, maar vooral het proces er naar toe.

Wij hebben in de raadsvergadering niet gevraagd om het verbod in zijn geheel op te heffen, wij hebben begrip voor het belang van bescherming van de reeën, vleermuiskelder en het effect van hondenpoep op kwaliteit van het water. Er ligt bovendien een overeenkomst tussen de gemeente en Vitens voor vijf jaar waar dit verbod in geregeld is. Onze opmerking was vooral bedoeld om te vragen: is degene om wie het gaat, de hondenbezitters in dit geval, het probleem voorgelegd en gevraagd mee te denken? Wat zou het mooi zijn wanneer we met elkaar kunnen komen tot het in De Meene gedogen van aangelijnde en wellicht zelfs goed onder appèl staande honden (de honden die goed luisteren) onder de voorwaarde dat de hondenpoep door de hondenbezitters wordt opgeruimd! En dat we pas tot handhaving van het verbod overgaan in het geval dit niet blijkt te werken. Het is dan ook aan alle belanghebbenden om verantwoording te nemen voor het slagen hiervan.

Ik geloof er in dat als je iemand mede-verantwoordelijk maakt voor een probleem en dus ook voor de oplossing,  een besluit meer kans van slagen heeft en minder frustratie oplevert. Is dat hier gebeurd? Ik heb inmiddels Vitens gesproken. Ik heb de rentmeester van het naastgelegen landgoed Weldam gesproken. Ik heb wijkbeheer gesproken. En natuurlijk de hondenbezitters zelf. Gewoon even De Meene in en een paar hondenbezitters aanspreken. Rode draad in élk (!) gesprek: mensen reageren agressief als je ze aanspreekt op het verbod (dat geldt voor het gebied van Vitens) of op de aanlijnplicht (dat geldt voor landgoed Weldam). Mensen durven elkaar daardoor niet meer aan te spreken! Niet gek als je hoort hoe agressief mensen reageren en zelfs verbodsbordjes weghalen! Ik vind het erg jammer dat het zo gaat!

Onze vraag is daardoor inmiddels verschoven van ‘hoe is dit proces gegaan?’ naar ‘hoe kunnen wij elkaar normaal aanspreken?’. Met daarbij de kwestie over het hondenuitlaatgebied als voorbeeld om het daar verder over te hebben. Met Vitens, landgoed Weldam en de gemeente hebben wij vanuit In Beweging inmiddels afgesproken hondenbezitters uit te nodigen voor een wandeling door het gebied. Om toelichting te geven over gemaakte keuzes en om met elkaar te brainstormen hoe we op een vriendelijke, normale manier elkaar kunnen aanspreken. We zijn nu een datum aan het zoeken. De uitnodiging volgt! Wij hopen op veel meedenkers!

Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging

Foto van Marianne Hutten

Uit de bubbel

Mijn zwangerschapsverlof is voorbij, ik ben weer aan de slag voor de politiek als fractievoorzitter voor In Beweging! Ik ben weer uit mijn bubbel van het zwangerschapsverlof. Want een bubbel, dat was het!

Inmiddels is mijn verlof twee weken voorbij en ik merk: we komen weer op stoom. Ik moet vooral weer even een weg vinden in een nieuw ritme. Ik ga liever op tijd naar bed met de gebroken nachten door de baby, dus in de avonden werk ik minder lang door. Of: wanneer ga ik bellen als de baby in principe elk moment op de achtergrond kan gaan huilen of dat er weer eens herrie is van de werkzaamheden thuis (wij zijn én het woonhuis én de boerderij tegelijk aan het verbouwen). Maar dat ritme komt wel. Ik zit alweer volop in de fractieoverleggen, ledenvergaderingen, moties, voorbereiding raadsvergadering en een agenda vol met werkbezoeken, overleggen en andere vergaderingen. Ik ga ook weer starten met mijn blogs over mijn verwondering over hoe politiek gaat en werkt, want ik heb gemerkt – ook tijdens mijn verlof – er blijven genoeg dingen om je over te verbazen! Zowel in negatieve, maar vooral ook in positieve zin! Ik zal mijn blogs gaan afwisselen met inhoudelijke stukken. Deze week staat weer de eerste raadsvergadering op de agenda met onder andere de jaarrekening en de bestuursrapportage. Kortom: we gaan er weer voor, ik heb er zin in!

Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging

Foto van Marianne Hutten

Ik stop ermee

Ik stop ermee. Als raadslid. Ben er wel klaar mee. Nee hoor, dat is het absoluut niet. Ik ben pas net begonnen. Maar ik stop wel als raadslid. Tenminste, tijdelijk. Ik ga met zwangerschapsverlof (16 juli ben ik uitgerekend). Ik kom dus ook snel weer terug! Ik stop tijdens mijn zwangerschapsverlof met deze blogs over hoe ik de ‘wondere wereld van politiek ervaar’, een tijdelijke stop. In deze blog een korte terugblik…

Ik krijg regelmatig de vraag: “Hoe bevalt het? De politiek? Vind je het leuk?” Tja, ik weet niet of ‘leuk’ het goede woord is. Ik vind het vooral interessant en leerzaam. En ik ben eerlijk gezegd ook zoekende. Wat hoort? Wat kan? Wat mag? Wat wordt van mij door wie verwacht? Hoe maak ik dingen waar? Wat ik sowieso heb gemerkt: het is heel makkelijk om alleen te reageren, je te laten leiden door de raadsagenda – zowel van de vergaderingen als de vele uitnodigingen die wij krijgen voor excursies, lezingen, webinars en masterclasses. Maar als je iets in beweging wilt krijgen, is dat niet genoeg. Dan zul je ook een pro-actieve houding moeten hebben. En dat begint met simpelweg een telefoontje doen, oprechte belangstelling tonen.

En dan een woord aan u, als lezer van dit blog. Ik waardeer het zeer dat mensen reageren op mijn blogs. De één vindt het herkenbaar, de ander heeft aanvullende ideeën en weer een ander vraagt wanneer ik over inhoudelijke standpunten ga schrijven. Over dat laatste: daar is dit blog niet voor bedoeld. Daar gebruiken we andere manieren voor. Met dit blog wil ik vooral mezelf scherp houden wat ik belangrijk vind hoe je je in de politiek opstelt. En de kiezer kan me onder andere door deze blogs aanspreken op de manier waarop ik politiek voer. Voor dat scherp houden heb je volgens mij verwondering nodig. Als ik die verwondering niet opschrijf, word ik vanzelf meegezogen in ‘hoe het nou eenmaal gaat’. Dat geldt voor van alles: van procedures tot kennis, van jargon tot overlegsystemen en regels. En dat wil ik dus niet. Deze blogs zijn dus bijna een soort reminders van hoe ik het wél wil doen.

In gesprekken met mensen – vooral in het begin, aan de gemeentelijke en politieke kant – kreeg ik regelmatig een verbaasde of verontwaardigde blik als ik op een bepaalde werkwijze reageer met: ‘maar zo wil ik het niet doen’. De eerste reactie terug is dan vaak een variant op ‘maar zo gaat politiek nou eenmaal’, ‘dat hoort erbij’, ‘dat maakt politiek nou juist leuk’ of ‘het is en blijft wel politiek’. Mijn reactie is dan nogmaals: ‘maar daar wil ik dus niet aan meedoen, want dan verandert er nooit wat’. Daarna volgt de 2e reactie: een zucht en een blik van ‘jaja, droom maar lekker verder in jouw idealistische wereldje’. Inmiddels zijn de reacties niet altijd meer zo en is zelfs de eerste reactie soms al anders. Niet: ‘Maar Marianne, zo hoort dat’. Wel: ‘Oh nee, daar doe jij niet aan’. Ik hoef het niet eens meer te vertellen. Begint men te weten waar ik voor sta? Misschien heb ik al een paar keer kunnen laten zien wat ik steeds roep? In ieder geval: mooi dat het wordt herkend! En daar gaan we gewoon mee verder!  Ik ga nu dus even weg uit de ‘wondere wereld van politiek’. Ik ga aftellen naar een heel ander wonder. Mijn zwangerschapsverlof is begonnen! Tot snel!

Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging

Foto van Marianne Hutten

Die opmerking van Pieter Omtzigt

Ik merk dat ik in gesprekken met mensen regelmatig een opmerking van Pieter Omtzigt aanhaal. Dat zegt mij genoeg dat ik dat een waardevolle opmerking vind en daarom nu ook eens in mijn blog wil benoemen.

Het is een opmerking die hij regelmatig herhaalt in interviews, optredens en social media.
Een opmerking die voor mij toch een eye-opener was toen ik die voor het eerst hoorde.
Een opmerking die mij namelijk laat beseffen wat de rol is van een politicus in de Eerste en Tweede Kamer en ook in de gemeenteraad.

De opmerking waar ik naar verwijs, is bijvoorbeeld te lezen op twitter. Pieter Omtzigt schrijft daar: ‘Vergeet niet, ik zit er niet voor mijn eigen kiezers of voor het CDA. Artikel 50 van de Grondwet is kraakhelder. De Staten-Generaal vertegenwoordigen het gehele Nederlandse volk. Volksvertegenwoordiger is het hoogste ambt dat we kennen in dit land’.

Kortom: je zit er voor iedereen!

En dat geldt ook voor raadsleden. Want als je even opzoekt hoe dat in de Gemeentewet is verwoord, staat er een heel korte (ja, er staan soms ook korte teksten in wetten!), bondige en duidelijke zin in artikel 7: ‘de raad vertegenwoordigt de gehele bevolking van de gemeente’.

Dus: als gemeenteraadslid zit ik er voor iedereen. Ik heb niet altijd het idee dat iedereen dat zo ziet of ervaart. Vanuit het idee: ‘je bent toch niet voor niks een politieke partij! De kiezer heeft toch juist míjn partij gekozen en niet die andere!’ Tuurlijk, dat is waar. Je bent ook niet voor niets gekozen. Kiezers weten van jouw standpunten en hebben juist jou het vertrouwen gegeven dat jij degene bent die de capaciteiten heeft om een goed raadslid te zijn. Maar ik zit er niet alleen voor de 1912 kiezers die op In Beweging hebben gestemd. Bij elk agendapunt heb ik de verantwoordelijkheid om kennis te nemen van álle belangen en overwegingen. En die verantwoordelijkheid geldt voor elk raadslid.

Eigenlijk is de uitspraak van Pieter Omtzigt voor mij de bevestiging hoe ik de politiek zie en hoe ik me in de politiek wil gedragen. Dat heb ik al heel vaak gezegd, maar bij deze nogmaals. De oproep is heel simpel: laten we het over de inhoud hebben. Een goed idee is een goed idee, maakt niet uit van wie of welke partij het komt!

Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging

Foto van Marianne Hutten

Anders wordt het ook zo saai

Daar zit je dan. Met je mooie bos bloemen. Te wachten tot ein-de-lijk dat gepraat over de coalitievisie voorbij is en je gewoon jouw familie of vriend(in) mag feliciteren met zijn/haar installatie als wethouder voor de komende vier jaar. De publieke tribune in het gemeentehuis zat afgelopen week vol. Het publiek kwam echter niet omdat ze naar de inhoud wilden luisteren, ze wilden gewoon feliciteren. 

“Toen werd het pas echt leuk. Ik heb de chips erbij gepakt en ben er eens voor gaan zitten”. Zomaar een reactie van iemand die de extra raadsvergadering van 6 april online had bekeken en op deze manier reageerde toen Fred Rijkens en Wim Meulenkamp feller op elkaar reageerden. De reactie vanuit In Beweging in die vergadering was toen ‘zullen we terug naar de vraag?’. De reactie van deze luisteraar was echter: ‘nu wordt het pas echt interessant’.

Tot zover twee voorbeelden.

Vanuit In Beweging willen we respectvolle, verbindende politiek. En politiek aantrekkelijk maken. Ik heb het idee dat kiezers vooral spektakel willen zien. Anders is het niet aantrekkelijk. Anders is het niet interessant om te volgen of om over te lezen. Terwijl wij het juist over de inhoud willen hebben. Moeten we dan maar showtje opvoeren om politiek aantrekkelijk te maken? Daar wil ik niet aan meedoen. Slingers ophangen? Nee, lijkt me ook niet echt van meerwaarde. Muziekje erbij? Ook geen meerwaarde. Persoonlijke aanvallen doen? Nee, juist niet. Het moet toch om de inhoud gaan?! Ik denk dat je politiek alleen aantrekkelijk maakt als inwoners en ondernemers hun eigen inbreng terug horen. In de raadsvergaderingen, in de krant, in het gesprek op straat, gewoon een telefoontje.

Als ik dit onderwerp bij politici aankaart (spektakel versus respectvolle politiek), verbaast me echter dat sommigen ook gewoon zélf zeggen dat het allemaal wel met wat meer reuring mag: ‘anders wordt het ook zo saai, dat maakt politiek toch juist leuk?!’. Eh, wat mij betreft toch niet. En als je er zelf zo in zit als politicus, wat kan ik dan van onze kiezers verwachten? Zullen we niet gewoon met elkaar andere manieren bedenken hoe politiek aantrekkelijker wordt? Misschien toch een show met een quizmaster, filmpjes, tafelgasten en reclameblokken? Roept u maar!

Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging

Foto van Marianne Hutten

Recht van klagen

Ik kan er niet zo goed tegen. Mensen die klagen. Zeggen wat er allemaal niet goed is. Alleen klagen brengt niks. Ik vind: klaag niet alleen; kom dan ook met een suggestie hoe het wél zou moeten. En zie daar: twee van mijn dilemma’s.

Eerst het dilemma over wel/niet ‘klagen’. Als raadslid heb je simpelweg op te letten. Als raadslid heb ik vragen te stellen als zaken naar mijn idee niet duidelijk zijn, niet volgens afspraak of gewoon omdat ik denk dat een bepaald plan geen goed idee is. Dat is (onder andere) mijn taak als raadslid. Maar ik wil niet ‘vragen stellen om het vragen stellen’ of ‘vragen stellen om te klagen’. Volgens mij brengt dat niks. Ik wil wel kritische vragen stellen als dat moet. De lijn tussen klagen en kritische vragen stellen is soms dun.

Iemand die in een andere gemeente raadslid is, vertelde me dat hij het raadslidmaatschap als een soort ouderschap invult. Je geeft regels (kaders) mee aan je kind. In het vertrouwen dat jouw kind daar goed mee omgaat. En soms stel je vragen, wijs je ergens op, maar dat is het. Maar! Als jouw kind vervolgens misbruik maakt van de gestelde regels (kaders) of iets doet wat echt niet kan, dan zal hij/zij dat weten ook! Die vergelijking sprak me wel aan. Dus zo ben ik het ook gaan zien. Ik wil vertrouwen geven aan het bestuur en blijf ondertussen scherp. Dat mag. Dat moet. Vind ik. Zo wil ik het insteken. Dat is geen klagen, dat is elkaar scherp houden.

En om dan ook meteen maar antwoord te geven op het tweede dilemma: moet ik dan ook altijd maar meteen met een alternatief komen? Nee, als raadslid hoeft dat niet. Wellicht heb ik wel een suggestie. Misschien ken ik een andere gemeente die voor hetzelfde probleem al een oplossing heeft bedacht. Maar dat hoeft niet. Ik kan en mag aan het bestuur van de gemeente vragen om andere oplossingen te (onder)zoeken.

Heeft u misschien de documentairereeks ‘Sander en de Kloof’ gezien? In één van de afleveringen kwam een meneer aan bod die vertelde dat er aan twee voorwaarden voldaan moet worden om iets te veranderen: 1) dat iemand iets écht niet wil en 2) dat iemand écht gemotiveerd is zich in te zetten voor een oplossing. Het klinkt als een open deur, maar ik heb dat goed in mijn oren geknoopt. Het is heel simpel: je moet het belangrijk genoeg vinden. Pas dan verandert er wat. En dan kom ik terug bij mijn begin. Alleen klagen brengt niks. Meedenken en meedoen wel. En anders heb ik ook geen recht van spreken. Eh, recht van klagen.

Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging

Foto van Marianne Hutten

Het wordt de Dordogne

Ik, roepend vanaf achter de computer: “Schat, het wordt een stacaravan in de Dordogne! Van 24 juli tot en met 12 augustus. Ik heb het uitgezocht. Altijd lekker warm daar. Dat is het goedkoopst en voor de kinderen is er genoeg te doen. Ik druk nu op de knop van ‘boeken’, hoor!”

Ik weet niet hoe bij u thuis het regelen van de vakantieplannen gaat, maar bij ons thuis in ieder geval niet op deze manier. Ik denk niet dat mijn man er blij van wordt als ik hem even mededeel wat ik voor hem heb bedacht wat de beste vakantie voor ons is.

Alleen als hij dus heel snel a) beseft wat ik net heb gezegd en daar ook iets heel snel van weet te vinden en b) binnen diezelfde tijd naar mijn computer rent om te zorgen dat ik niet op ‘boeken’ klik, kan hij voorkomen dat we naar de Dordogne gaan deze zomer. Of anders gezegd: dan mist hij de kans om met mij te overleggen of het toch niet een kampeervakantie in Normandië kan worden.

Mijn gedane vakantie-uitzoekwerk is goed bedoeld. Mijn uitzoekwerk bespaart toch tijd voor hem en ik ken hem toch wel goed genoeg wat hij en de kinderen leuk zullen vinden als vakantie? En ik zal toch echt wel mijn uiterste best gedaan hebben om ook echt de beste keuze te maken voor ons – ik ga immers zelf mee!

Misschien is er ook niks mis met de Dordogne. Misschien ook niks mis met die stacaravan. Misschien niks mis met die periode. Maar er is niks gevraagd. Er wordt alleen medegedeeld. Zelfs al zouden we van tevoren hebben afgesproken dat ik de vakantie mocht regelen. Zelfs al zouden we van tevoren de ‘kaders’ hebben afgesproken (ongeveer die periode, ongeveer die prijs, ongeveer die regio in dat land, een chill of actieve vakantie, etc). Dan nóg is het best prettig dat er nog even gecheckt wordt: ‘Ik heb dit uitgezocht. Volgens mij past dat helemaal in wat we zouden willen. Klopt dat? Mooi, want dan ga ik dat nu regelen’. Mijn man kennende, kijkt hij dan toch nog even mee en ziet bijvoorbeeld dat als we een dag later gaan, we flink minder betalen en dat dat dan toch een betere optie blijkt. Of hij ziet dat op die camping toch nog een plekje vrij is die dichter bij de speeltuin is. Kortom: even zuchten (‘argh, ik dacht dat ik klaar was met uitzoeken, nu duurt het nog langer’), maar de vakantie gaat er beter van worden!

U raadt vast wel waarom ik dit voorbeeld geef. Iets met participatie. Of anders gezegd: iets met betrokkenheid. Als gemeente maak je vaak genoeg goedbedoelde plannen. We willen allemaal een betere, mooiere, toekomstbestendige Hof van Twente. Maar vanaf welk moment betrek je degene om wie het gaat? Om even in de metafoor van de vakantie te blijven: doe je dat vanaf de vraag ‘zullen we op vakantie gaan?’ Of vanaf de vraag: ‘we gaan in ieder geval op vakantie, waar moet die vakantie aan voldoen?’ Of vraag je ook het uitzoekwerk samen te doen? Of krijgen de mensen een brief op de deurmat met de mededeling: “Beste inwoner, we hebben dit plan voor u uitgedacht. We hebben aan alles gedacht. Het is echt het beste voor u. Dus dat gaan we doen. We sturen u deze brief, want dan weet u dat. Mocht je het tóch geen goed plan vinden, kan je een zienswijze indienen”. Het plan is goedbedoeld. Op alle moeilijke vragen zijn al antwoorden bedacht. Maar het gevoel blijft dat je als inwoner dan met 10-0 achter staat. Waar komt dat plan opeens vandaan? Ik had mijn ideeën ook wel in willen brengen! Wat houdt dat plan dan eigenlijk in? En moet je toch nog snel voor de zekerheid een zienswijze indienen? Want stel je voor dat je dat niet hebt gedaan en je de kans hebt gemist bezwaar te maken? Kortom: zie dus de vergelijking met hoe je thuis de vakantie regelt.

Participatie is kneiter-ingewikkeld. Ik wil niet zeggen dat we in gemeente Hof van Twente geen participatie doen. Ik wil wel zeggen dat het altijd beter kan. De perfecte participatie is wat mij betreft ook een utopie. Niet iedereen zal na afloop van een project zeggen ‘wat ben ik hier fantastisch bij betrokken’. Maar het is wel het streven. Participatie – ik zeg liever ‘betrokkenheid’ is lastig op papier te vatten in een beleid en dat je dat op elke situatie precies zo kunt toepassen. Participatie is een kwestie van doen. En daarvan leren. En dat oprecht doen. Zoals Stephen Covey zei: ‘het grootste communicatieprobleem is dat we niet aan het luisteren zijn om te willen begrijpen. We luisteren om te kunnen antwoorden’. Wat mij betreft is er daarom maar één codewoord voor goede betrokkenheid: doe het oprecht. En anders niet.

Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging