Verbindend

In Beweging wil met nadruk (progressieve) politiek verbinden. Wij richten ons op iedereen die zich betrokken voelt bij zijn/haar omgeving. Wij willen mensen met elkaar verbinden, zowel in de politiek als daarbuiten.

Lees meer

Duurzaam

Duurzaamheid is voor In Beweging een andere term voor ‘goed zorgen voor’. Als je ergens goed voor zorgt, gaat het langer mee. Dat geldt voor jezelf, de mensen en de spullen om je heen. En dat geldt ook voor de aarde.

Lees meer

Sociaal

Een sociaal mens houdt rekening met - heeft respect voor - en kan zich inleven in anderen. Volgens In Beweging mag je dat van de overheid verwachten: dat zij een helpende hand biedt aan hen die het anders niet redden.

Lees meer

Welkom!

Op onze site kunt u alles vinden over de partij In Beweging.

Alles over wie wij zijn, wat onze visie is en waarom wij vinden dat In Beweging toegevoegde waarde heeft is er te vinden.

Mocht iets niet duidelijk zijn dan kunt u ons altijd bellen of mailen

Volg ons op Facebook, Instagram of Twitter!

Vriendelijke groet en graag tot snel!

Blije jongeren op een bankje in IJsland

Ik ben er heel blij mee, had ik dat al gezegd?

“Oh, daar ben ik heel enthousiast over!”. Oké, dat begint goed. Ik heb een ambtenaar aan de lijn van een gemeente die al een tijdje ervaring heeft met een bepaald beleid rondom alcohol, het zogenaamde OKO-beleid. OKO staat voor ‘Opgroeien in een Kansrijke Omgeving’. Steeds meer gemeenten in Nederland pakken dit model op. Ook Hof van Twente wil nu met deze aanpak aan de slag. Het college heeft daarvoor een raadsvoorstel gemaakt.

Het voorstel staat deze week op de agenda van de raadsvergadering. De cijfers van alcoholgebruik in Hof van Twente zijn opvallend hoog. Er wordt al ingezet op minder alcoholgebruik. Dit OKO-beleid is daar dan een schep bovenop. Het OKO-beleid is gebaseerd op ervaringen uit IJsland waar alcohol een zeer groot probleem was. Inderdaad, ‘was’. De cijfers van alcoholgebruik zijn daar inmiddels al jaren stabiel laag. Hoe? Niet door te focussen op alleen de alcohol, maar vooral op de hele omgeving – van school tot sportvereniging tot thuis (met een belangrijke rol voor de ouders!). Als raad hebben wij via een openbare, informerende raad keurig de informatie gekregen van de GGD en het Trimbosinstituut over de cijfers en het idee achter de aanpak. Goed dat de betrokken partijen uit het raadsvoorstel hier ook allemaal aanwezig waren. De ambtenaar die het raadsvoorstel heeft geschreven, maakt op een later moment tijd vrij om al mijn vragen en mitsen-en-maren te beantwoorden. Ik besluit toch ook nog even te bellen met andere gemeenten om hun ervaringen te horen. Ervaringen uit de praktijk zijn voor mij toch vaak het meest overtuigend. En dan krijg je dus deze ambtenaar aan de lijn. En ik vuur gewoon al mijn vragen af. Zoals: mooi, dat succes in IJsland, maar IJsland was op landelijk niveau en Nederland is toch geen IJsland? (“klopt, daarom is het ook geen blauwdruk, maar gebruik je wat past”). Waarom de focus op alcohol, er is bijvoorbeeld toch ook een toenemend drugsgebruik? (“je focust op beschermingsfactoren, die gelden ook voor drugsgebruik”). Dit kost toch heel veel geld? (“het kost vooral tijd”). Dit moet je toch integraal oppakken, niet alleen door de mensen van sociaal domein? (“je begint met de mensen en organisaties waar de energie al zit, de rest volgt”). Mensen gaan toch steigeren als je dingen gaat verbieden? (“focus ligt niet op verbieden, wel op alternatieven bieden”). Je kan toch niet alle ouders bereiken? (“daarom stap voor stap en zijn we blij met elke ouder die wél aanhaakt”). Ik heb de indruk: hier zit de juiste persoon op het juiste beleid. We ronden het gesprek af. Zij zegt tot slot: “Ik ben heel blij met deze aanpak! Had ik dat al gezegd?” Ja hoor, dat had je als eerste al gezegd. En anders was dat overduidelijk.

Voor de zekerheid bel ik nog een gemeente. Het wordt een vergelijkbaar gesprek. Ik ben overtuigd. We – iedereen, ja, ook ouders – gaan naar nieuwe normen toe. Dit beleid valt niet te kaderen, we moeten geen snelle cijfermatige resultaten verwachten als gemeenteraad. Wel vraagt deze OKO- aanpak vertrouwen van de raad aan het college, een lange termijn visie, geduld, commitment en ruimte. De steun daarvoor van In Beweging krijgen ze. Ik hoop dat ik op een later moment ook de trekker van dit beleid voor onze gemeente spreek en dat die ambtenaar hetzelfde zegt als de ambtenaar in dit blog: “ik ben héél blij met deze aanpak!”

Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging

Afbeelding uit de video met twee kinderen en een fiets en de tekst: "And they're different!"

Zoek de Overeenkomsten

Het regende. Heel hard. Buiten was het donker. Het was op een avond, ongeveer negen jaar geleden toen ik in Goor kwam wonen. In het lokale nieuwsblad had ik gelezen over avondeten bij mensen thuis. Om met elkaar in gesprek te gaan. Met mensen die je niet kent. Met mensen met verschillende achtergronden. Dat klonk interessant! Maar ik had me niet aangemeld en ik wist ook niet waar het was. In het gemeentehuis brandde licht. Misschien konden zij mij verder helpen. Natgeregend stond ik bij de balie. De baliemedewerker had geen idee. Maar ze zou even gaan bellen. De secretaresse van het college kwam naar beneden (ik kende haar niet, dus ik wist op dat moment niet dat zij dat was). Ze dacht misschien wel te weten wat ik bedoelde. Dat heet de Dag van de Dialoog. En dat was in de moskee. Ze wilde mij wel even brengen! Het regende immers zo hard en zij was toch met de auto. Tjonge. Ik weet nog dat ik dacht: dit is wel een héél servicegerichte gemeente! We hebben een paar rondjes gereden (want waar zit die moskee nou ook alweer precies?), maar ik ben keurig afgezet en heb een zeer interessante avond gehad. Veel geleerd over verschillende culturen. Simpelweg door het gesprek met elkaar te voeren. En met een zeer positieve indruk van de gemeente: als deze service kenmerkend is voor de mensen hier, dan mag Hof van Twente daar trots en zuinig op zijn! Ik ga nog steeds naar de Dag van de Dialoog. En ik leer elk jaar weer nieuwe mensen kennen. Nieuwe culturen. Nieuwe inzichten. Nieuw begrip.

Kent u misschien het filmpje met de titel ‘the greatest video of all time’? Een filmpje waarin steeds twee kinderen worden geïnterviewd met de simpele vraag: wat maakt jullie verschillend van elkaar? Waar wij volwassenen denken “dat lijkt me duidelijk: de ene heeft het syndroom van Down en de ander niet” of “de ene is Aziatisch, de ander blank”, zie je de kinderen nadenken en daarna iets antwoorden als “zij houdt van spruitjes, ik niet” of “ik woon boven, hij woont een verdieping lager”. Kinderen hebben een heel andere blik en dat kan wel eens heel prettig zijn. Of misschien zelfs nodig zijn.

De landelijke verkiezingen zijn geweest. Laat ik het zo zeggen: ik had de uitslag niet op deze manier verwacht. Inmiddels zijn we twee weken verder. Wat blijft is het verontwaardigde gevoel naar mezelf: ‘in welke bubbel leef ik dat ik deze uitslag zo onverwacht vond?’. Ik heb wel behoefte aan vaker zo’n Dag van de Dialoog en ik heb wel behoefte aan een andere blik. Dus een oproep aan mezelf: kom uit die bubbel. En ga in gesprek! Dat was ik al van plan, maar nu nog meer. Sinds een paar weken gaat Janne één dag per week naar de opvang. Hopelijk om tijd te hebben voor meer dialoog, voor een andere blik, voor meer gesprek… En dan vooral niet: ‘Zoek de Verschillen’. Maar wel: ‘Vind de Overeenkomsten’!

Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging

Drie vraagtekens hangen aan een waslijn met een klassiek rijksgebouw op de achtergrond

Drie agendapunten

Ik ga terug naar eind 2021. De gemeenteraadsverkiezingen komen eraan. Ik kan het me nog goed herinneren. Ik had een afspraak met iemand. Ik had – zoals gewoonlijk – een heel lijstje gemaakt van agendapunten. Ik vroeg aan hem of hij ook agendapunten had. “Ja”, antwoordde hij lachend. “Ik heb drie agendapunten: jou uit de politiek praten, jou uit de politiek praten en jou uit de politiek praten”. Hij zei het met een glimlach. Ik gaf een glimlach terug. Allebei wisten we al dat mijn besluit was genomen. Ik zou een poging gaan doen om actief te worden in de lokale politiek.
Volgens mij hebben we nooit helemaal uitgesproken waarom hij dat zei. Ik heb het toen opgevat als een compliment dat ik mijn huidige werk goed deed en ik heb het opgevat als oprechte zorg of ik inde lokale politiek wel tot mijn recht zou komen. Hij wist: geef deze Marianne een paar kaders en vertrouwen, dan staat ze volledig in haar kracht en gaat ze haar uiterste best doen om haar werk waar te maken. Hij was degene die mij altijd vertelde dat mensen het beleid maken. Letterlijk, maar vooral figuurlijk. De wereld is niet maakbaar. Je kan op papier zetten wat je wilt, maar het zijn vooral de mensen die het beleid uitvoeren, die bepalen of dat beleid een succes gaat worden.
Die ‘iemand’ in bovenstaand voorbeeld is onze wethouder Wim Meulenkamp. Jaren heb ik voor hem gewerkt voor allerlei duurzaamheidsprojecten. Door hem leerde ik hoe kort de lijntjes in dit gemeentehuis zijn, hoe leuk het eigenlijk is om voor een gemeente te werken en wat me vooral opviel: hoe hij élke dag vol nieuwe plannen en ideeën en met dezelfde hoeveelheid energie het gemeentehuis binnenstapte met als simpel doel: de gemeente nóg beter en mooier maken. Ik was het vaak wel, maar niet altijd met hem eens hóe dat te doen, maar die drive maakte dat ik veel respect voor hem heb gekregen.
Ik spoel door naar dit jaar, naar begin september. De landelijke verkiezingen staan voor de deur. Er wordt bekend gemaakt dat Wim Meulenkamp op plek 21 staat van de kieslijst van de VVD. Het eerste wat ik dacht was: “Ik heb drie agendapunten voor hem: hem uit de landelijke politiek praten, hem uit de landelijke politiek praten, hem uit de landelijke politiek praten”. Maar natuurlijk, dat besluit is allang genomen. Wim Meulenkamp ademt Hof van Twente; hij was hier toch nog niet klaar?! En Den-Haag: komt hij daar volledig in zijn kracht? Wim Meulenkamp is toch een doener?! Hij raakt toch gefrustreerd als er teveel gepraat wordt? Hij wil aan de slag! Mijn beeld van de Tweede Kamer is dat je daar een hele lange adem moet hebben om niet alleen mee te praten, maar ook iets voor elkaar te krijgen. Tegelijk: hij heeft hier natuurlijk goed over nagedacht en ik gun hem zijn carrière. Ik wens Wim Meulenkamp het allerbeste. En Wim, ook al ben ik het niet altijd met je eens, maar mocht de VVD dusdanig veel stemmen krijgen dat je inderdaad naar de Tweede Kamer gaat: veel succes daar in Den-Haag! En vooral: dank voor je inzet! En blijf je toch hier, dan geldt het zelfde: dank voor je inzet!

Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging

Een plaatje van een mal die over het stembiljet gelegd wordt, met de handen van een slechtziende die het rode potlood vasthoudt.

Zelfstandig stemmen? Ja dat hoor en zie je goed!

Wie stemt, komt niet onder een groot (onhandig) stembiljet uit met hele kleine letters. Voor blinden, slechtzienden en inwoners met dyslexie is het zonder goede hulpmiddelen onmogelijk om zelfstandig en makkelijk een stem uit te brengen.

Gelukkig is er voor hen nu de mogelijkheid om “zelf” te stemmen. Als slechtziende reis ik er op 22 november speciaal voor naar de bibliotheek in Goor om daar met een speciale stemmal met soundbox mijn stem uit te brengen. Normaal gesproken kost het aankruisen van één simpel hokje mij heel veel energie (uitzoeken wat de onder- en bovenkant is en daarna in het stembiljet duiken om de juiste partij te vinden). Maar nu kan ik op een hele gemakkelijke manier mijn stem uitbrengen. En wat het mooi maakt, is dat ik nog steeds alleen kan stemmen, net als ieder ander.

Wat maakt de stemmal met soundbox bijzonder? De mal kent verschillende gaatjes die overeenkomen met de hokjes op het stembiljet. Door het te koppelen aan een soundbox, kan de kiezer voelen wat er wordt gezegd, want de soundbox spreekt alle namen uit. Hierdoor kunnen blinden, slechtzienden en mensen met dyslexie zonder al te veel moeite, het juiste hokje aankruisen.

De gemeente zorgt niet alleen voor een stemmal met soundbox, maar zorgt er ook voor dat er een doventolk op afstand aanwezig is. Zo kunnen doven en slechthorenden goed communiceren met de medewerkers van het stembureau.

Ik hoop, samen met In Beweging, dat op 22 november nog meer inwoners ervoor kiezen om naar Goor af te reizen om zelf de stemmal uit te proberen. Want als dit een succes is, willen we dat deze extra voorziening straks in elke kern beschikbaar komt.

Bibliotheek in Goor, gefotografeerd vanaf de Schoolfeestweide.Voor nu, alleen nog in de bibliotheek in Goor, naast het gemeentehuis. Je bent op 22 november van harte welkom om deze nieuwe, toegankelijke manier van stemmen te ervaren.

Meer informatie is te vinden op: https://www.hofvantwente.nl/bestuur/tweede-kamerverkiezingen-2023

Marije Averdijk-Varenbrink
Lid klankbordgroep toegankelijkheid en steunfractie In Beweging

Vrolijke jongeren op straat achter een winkelwagentje met boodschappen

Vacature Algemeen Bestuurslid

Wat doet de politiek voor jongeren in de Hof van Twente? Wordt er met jongeren gepraat? Worden ze wel gezien? In Beweging zoekt voor het bestuur een vrijwilliger met hart en aandacht voor jongeren. Als nieuw algemeen bestuurslid krijg je de kans om jongeren te vertegenwoordigen in de leukste politieke partij van de Hof van Twente!

Bijgaande oproep bevat aanvullende informatie om je te oriënteren, ook als je jezelf niet meer zo jong vindt. Aarzel niet om geheel vrijblijvend contact op te nemen met onze voorzitter Jarik Bijlsma. Zijn mailadres en telefoonnummer staan in de bijlage.

Bijlage: Vacature_algemeen_bestuurslid

Een wereld te winnen

Een ‘raadscommunicatieadviseur’. Pfoei, politiek zit vol met mooie scrabblewoorden en dit is er weer zo eentje. Maar ik werd wel getriggerd. Dat klinkt als iemand die de gemeenteraad – en daarmee de lokale politiek – helpt om meer bekend te zijn. Wat de gemeenteraad doet, wie de raadsleden zijn, wat er besproken wordt, hoe je met de gemeenteraad in gesprek komt, zulk soort dingen. Dat is precies wat ik belangrijk vind! En hopelijk draagt dat dan bij aan het vertrouwen in de lokale politiek en gaan mensen zich  (nog meer) inzetten voor hun eigen omgeving.
Ik ben dus meteen op onderzoek gegaan. En wat blijkt? Het is best gebruikelijk dat de gemeenteraad wordt ondersteund door een communicatieadviseur. Iemand die politiek neutraal is en puur als taak heeft: inwoners betrekken bij de politiek. Ik heb een raadscommunicatieadviseur benaderd en bestookt met vragen hoe dat dat werkt. Ik werd er vooral enthousiast van en wil dan ook zeker mijn best gaan doen om te kijken of we ook zo’n ondersteuning kunnen krijgen. Denk dan bijvoorbeeld aan zaken als een politiek café, een eigen website, meer actief op sociale media en met raadsleden samen de straat op. Natuurlijk, dat kan je allemaal als partij ook zelf doen, maar ten eerste is dit efficiënter en ten tweede: het doel is inwoners betrekken bij lokale politiek. Het doel is niet om inwoners te beïnvloeden wat hun mening is over bepaalde onderwerpen.
De raadscommunicatieadviseur die ik interviewde, vroeg mij op een gegeven moment iets terug: ‘’hoe kunnen inwoners in jullie gemeente nu iets bespreekbaar maken?’’. Ik was even stil. Ik denk omdat ik meteen besefte dat het antwoord dat ik zou gaan geven, een antwoord zou worden waarop zij zou reageren met: ‘’nou, daar is nog een wereld te winnen dan’’. Ik antwoordde de volgende opsomming: “Er zijn een paar opties:
1) Als inwoner kan je een mail sturen naar de politieke partijen. Maar: dan moet je wel eerst de contactgegevens zoeken of weten dat er een griffie bestaat en de griffie contacten, maar wie kent het woord ‘griffie’ überhaupt?
2) Als inwoner mag je ook vragen stellen tijdens de informerende raad. Maar: dan moet je wel weten dat dat fenomeen bestaat, dat het thema van de informerende raad voor jou relevant is en je moet wel weten dat je dat recht hebt en het lef hebben om die microfoon te pakken.
3) Als inwoner kan je ook vijf minuten inspreken bij een raadsvergadering. Maar: dat moet je ook maar net weten, vooraf aangeven, mag niet gaan over iets dat al besloten is en je moet ook maar het lef hebben om daar te gaan staan.
4) Als inwoner kan je ook de lokale media benaderen. En dat is het. Denk ik.
5) O ja, als je geluk hebt, ken je een raadslid persoonlijk en stuur je een whatsappje hoe je jouw zorgen bespreekbaar kunt maken en die zal je dan bovenstaande vertellen”. Ik somde dit zo op tegen de raadscommunicatieadviseur. Mijn voorspelling kwam uit. Het was even stil. Er klonk een zucht en toen ‘’nou, daar is nog een wereld te winnen dan’’. Volgens mij kan een raadscommunicatieadviseur daarbij helpen. Ik ben voor!

Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging

Strak gemaaid gras

Een strakke grasmat heeft niets met biodiversiteit

Als je de biodiversiteit wilt verbeteren, ga je alle wilde planten toch een kans geven? En niet alles wat je niet kent verwijderen. Daar begint het  mee. Het is ook vaak eetbaar. Net als bij paddenstoelen. Een beetje kennis is wenselijk. Op internet is alles te vinden.

In onze omgeving staat een strakke grasmat nog steeds op plaats één.  En waarom? Zo is het altijd geweest. Het moet er netjes uitzien, want zo hoort het. Zo’n grasmat heeft natuurlijk verzorging nodig. Kunstmestkorrels en kalk voor het perfecte gras. Ja, en…er mag niets anders groeien. En hoe krijgen we dat voor elkaar? Zal wel een of ander giftig goedje voor zijn. En zo zijn de meeste mensen nog steeds bezig. De lente is nog niet begonnen of je  hoort de grasmachines al weer hun werk doen.

Beste mensen, kom In Beweging en geef de biodiversiteit meer ruimte, maai minder en laat bloemen en kruiden staan.

Wel zo efficiënt

Wij hebben in de gemeenteraad het zogenaamde BOB-model. BOB is de afkorting voor de drie stappen hoe in onze gemeente besluiten worden genomen: 1) Beeldvorming, 2) Oordeelvorming, 3) Besluitvorming. Steeds meer gemeenten hanteren deze werkwijze. Het scheelt tijd (geen aparte commissievergaderingen per thema), maar de vraag die ik heb: krijg je zo wel de optimale discussie?

Eerst een toelichting hoe het werkt. Voor stap 1, de beeldvorming, is er de informerende raad. Vaak is dit een (goede en interessante) presentatie van ambtenaren en kunnen er technische vragen worden gesteld door de gemeenteraad én aanwezigen (inwoners dus ook). De vragen mogen niet politiek zijn. Dus je mag wel vragen: ‘kunt u mij het verschil in die bedragen toelichten?’, maar je mag niet zeggen: ‘ik vind het verschil tussen die bedragen te groot, dat moet echt anders!’.

Voor stap 2, de oordeelvorming, staat een onderwerp als meningvormend op de agenda van de gemeenteraadsvergadering. De praktijk leert dat zo’n agendapunt echter meer meninguitend dan meningvormend is. Dat is ook logisch. Het zou gek zijn als je als partij niks hebt gedaan sinds de informerende raad en hier pas gaat nadenken over argumenten. Dus gaat het als volgt: de politieke partijen hebben sinds de informerende raad netjes hun huiswerk gedaan (overlegd binnen de partij, stukken gelezen en wellicht navraag gedaan bij ambtenaren en belanghebbenden) en geven aan wat hun mening is. De vraag die vervolgens belangrijk is, is de volgende: blijft dit uw mening of is er nog iets dat uw mening kan doen veranderen? Mijn ervaring is dat meningen op dit moment echter al gevormd zijn in plaats van gevormd worden. Standpunten zijn al ingenomen. En dus gaan we vaak ter plekke door naar stap 3: de besluitvorming. Als er niet meteen besloten wordt, komt het raadsvoorstel drie weken later als besluitnemend terug op de agenda. Het scheelt dus drie weken in tijd als je meteen een besluit neemt over een meningvormend agendapunt. Dat klinkt wel zo efficiënt. Toch?

Maar dan mijn vraag: is dit wel de optimale discussie? Ik wil juist van partijen de afwegingen horen in plaats van de ‘einduitslag’ (het standpunt). Dat gebeurt nu meestal in aanloop naar de vergadering via telefoontjes naar elkaar. Niks geheims aan wat mij betreft, maar die discussies die dan plaats vinden, zou ik graag in de raadszaal terug zien. Want aan de telefoon is wel oprecht de vraag: is er nog een argument dat jouw van mening kan doen veranderen? En richting inwoners: als zij – nadat ze de meningen hebben gehoord in de gemeenteraadsvergadering – nog willen proberen om raadsleden te spreken om argumenten uit te wisselen, kan dat dus niet meer, want er is soms al meteen over besloten. En ik wil ook voorkomen dat een partij of een individueel raadslid de druk voelt om een agendapunt wel even af te tikken, terwijl die partij nog wat wil uitzoeken.

Een oplossing? Wat mij betreft heel simpel: we gaan de informerende raad met een discussie-onderdeel uitbreiden. Deel 1 van de avond is presentatie en deel 2 van de avond is debat. In plaats van alleen het presenteren van een beleidsconcept, waarbij de raad en belanghebbenden alleen verduidelijkende vragen kunnen stellen, gaan de raadsleden er aansluitend ook over in gesprek. Daarbij is het startpunt dus dat iedereen ter voorbereiding de stukken gelezen heeft. Op die manier win je tijd en kan je met elkaar in gesprek: argumenten uitwisselen, in discussie gaan. En met die bagage ga je vervolgens naar het overleg binnen je eigen partij. Zo vind ik het prima als een agendapunt meninguitend is en we wellicht zelfs meteen beslissen. Dat klinkt transparant én efficiënt. Toch?

Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging

Hulp geven versus hulp krijgen

Ik las een keer een interview met Sifan Hassan. Het interview ging natuurlijk over haar ren-prestaties,
maar ook over de cultuur waarin ze is opgegroeid. Ze vertelde dat het in de cultuur van haar
geboorteland Ethiopië een zegen is als je iemand kunt helpen. Op de één of andere manier bleef dat
heel erg hangen. Het zegt eigenlijk dat degene die hulp kan geven dankbaarder zou moeten zijn dan
degene die de hulp krijgt. Ik heb het gevoel dat dat bij ons eerder andersom is…
Ga maar na bij jezelf… waar ben je beter in? Wat geeft een beter gevoel? Iemand helpen of geholpen
worden? Iemand helpen geeft voldoening. Door iemand geholpen worden geeft eerder een gevoel
van krediet naar iemand, dat je iets terug moet doen.
Ik heb vaak het gevoel dat onze maatschappij erop gericht is dat we anderen gaan helpen en dat wij
als politiek daar het bijbehorende budget bij moeten regelen. En als het ons lukt om zoveel mogelijk
mensen te helpen, geeft dat een trots gevoel. Oh, wat doen we het dan goed! Daar mag de
geholpene wel heel dankbaar voor zijn! En o wee als diegene dan niet dankbaar genoeg is. Maar is
het niet andersom? Zoals Sifan Hassan vertelde: wat een zegen als je de mogelijkheid hebt om
iemand te helpen!
Voor iemand anders klaar staan geeft een goed gevoel. Andersom, steeds hulp moeten accepteren is
verrekte lastig. De geholpene wil die hulp helemaal niet nodig hebben, die wil het alles het liefst zelf
kunnen. Hulp geven kost tijd, moeite en geld; vraagt vaak puzzelwerk in planning en dat klinkt
allemaal als zaken dat je dankbaar moet zijn dat iemand dat voor iemand anders over heeft. Maar er
is een belangrijk verschil: het is de helper die zelf beslist. Degene die hulp nodig heeft, heeft geen
keuze. En daarmee kom ik bij mijn punt voor politiek beleid. Wat ons betreft moet politiek beleid
gericht zijn op zelfredzaamheid. Niet omdat we niet willen helpen, maar iemand leren hoe die
zichzelf kan helpen is beter. Ik ben blij dat we dit steeds meer terug zien in ons gemeentebeleid en
daar zullen we als In Beweging scherp op blijven. Denk daarbij bijvoorbeeld aan thema’s als fysieke
toegankelijkheid (dat je zelf je boodschappen kunt doen tot zelf kunt stemmen bij de verkiezingen)
voor ouderenzorg (nu actueel met de woonzorgvisie die voorligt bij de gemeenteraad, waar focus ligt
op zelfregie voor ouderen) tot de opvang van vluchtelingen (regelen we alles voor ze, omdat er een
taalbarrière is of laten we ze steeds meer dingen zelf oppakken). Zelfregie geeft gevoel van trots,
gevoel van controle en gevoel van onafhankelijkheid. Dat gunnen we toch iedereen? En mooi
meegenomen, ik denk dat het op termijn ook nog eens geld scheelt. Waarmee we vervolgens weer
anderen op weg kunnen helpen…

Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging

Volg ons