Verbindend
In Beweging wil met nadruk (progressieve) politiek verbinden. Wij richten ons op iedereen die zich betrokken voelt bij zijn/haar omgeving. Wij willen mensen met elkaar verbinden, zowel in de politiek als daarbuiten.
Lees meerDuurzaam
Duurzaamheid is voor In Beweging een andere term voor ‘goed zorgen voor’. Als je ergens goed voor zorgt, gaat het langer mee. Dat geldt voor jezelf, de mensen en de spullen om je heen. En dat geldt ook voor de aarde.
Lees meerSociaal
Een sociaal mens houdt rekening met - heeft respect voor - en kan zich inleven in anderen. Volgens In Beweging mag je dat van de overheid verwachten: dat zij een helpende hand biedt aan hen die het anders niet redden.
Lees meerUitnodiging dialoog avond
Op maandag 9 december 2024 is vanaf 19:30 u de dialoogavond over intensieve teelten bij Dieka Markelo. Klik hier voor meer informatie.
Iedereen is van harte welkom. I.v.m. de voorzieningen wel graag aanmelden via mariannehutten@hofvantwente.nl.
Wij zien uit naar de goede gesprekken!
Ik durf het bijna niet te zeggen
Ik durf het eigenlijk niet hardop te zeggen. Dat ik tegen ben. Eerst verwoordde ik het daarom nog als ‘ik maak me zorgen’. Ik ben dan ook bewust met die insteek gesprekken aangegaan. Met voor- en tegenstanders. Ik hoopte argumenten te horen die mijn zorgen zouden wegnemen. Ik wil namelijk niet tégen iets zijn. Dat kost energie. Ik wil vóór goede ideeën zijn. Dat geeft energie. En ik woon in het buitengebied. Er zijn veel agrariërs in ons buurtschap. Ik gun ze de wereld. Ik merk dat ik er tegen mijn buren moeilijker over durf te beginnen dan bij anderen. Maar mijn persoonlijke woonomgeving moet ik niet meenemen als raadslid. In de raadsvergaderingen heb ik ook mijn zorgen geuit. Net als D66. Namens In Beweging heb ik ook schriftelijke vragen gesteld. Hopend dat iemand mij kon overtuigen dat er niks aan de hand was en klaar, de focus zou weer naar een ander onderwerp kunnen. Hoopte ik. Maar het tegenovergestelde is gebeurd. Ontwikkelingen en tegenargumenten hebben zich de laatste maanden juist opgestapeld. Ik ben niet gerustgesteld. Mijn zorgen zijn alleen maar groter geworden.
Waar ik het over heb? Ik heb het over lelieteelt en glyfosaat.
Daar moeten we als gemeente echt iets mee. En dat kan ook. Te beginnen met te erkennen dat lelieteelt en glyfosaat beide schadelijk zijn voor de gezondheid. De gemeente schrijft al in haar eigen nieuwsbrief “Ons buitengebied” het volgende over gewasbeschermingsmiddelen: “voor een goede oogst is het beschermen van het gewas tegen ziektes en schimmels zeer belangrijk, maar er is ook zorg over nadelige effecten voor de gezondheid en biodiversiteit”. Als we dat met elkaar écht menen, moeten we naar de volgende stap: ermee stoppen. Maar zo simpel kan je dat natuurlijk niet zeggen. Kan dat zomaar? Hoe dan? Zijn er alternatieven? Wat is daarvoor nodig? Welke afwegingen zijn er te maken? Worden de zorgen gedeeld door grondeigenaren en agrariërs? Hebben zij zelf ideeën? Wordt er al geëxperimenteerd met projecten?
Bij de gemeente is gezondheid een kernbegrip in het visiedocument. Centraal staan de ‘Gezonde Verbinding’ en de ‘Gezonde Leefomgeving’. Dat laatste gaat – volgens de beleidsstukken – over een integrale visie op klimaatadaptatie, biodiversiteit, energietransitie én duurzame landbouw. Daar horen wat ons betreft de onderwerpen lelieteelt en glyfosaat ook bij. Zoals gezegd: ik wil niet ergens tegen zijn. Ik wil vóór iets zijn. En dat is in dit geval ook: ik ben voor een gezonde leefomgeving. Voor iedereen. Hopelijk kunnen we met z’n allen aan een goede oplossing werken voor het probleem rondom de gezondheidseffecten van lelieteelt en glyfosaat. Voor In Beweging is dit een prioriteit!
Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging
Ook iets voor Hof van Twente?
Ik heb eerder een blog geschreven over het Burgerberaad. Een concept waarbij willekeurige inwoners worden uitgenodigd om voorstellen te maken rondom een bepaald onderwerp. Steeds meer gemeenten doen dit. Mij lijkt dit een mooi concept, maar het vraagt nogal wat in tijd, geld en denkwijze. Het leek me daarom goed om een leergang te volgen en een Burgerberaad in de praktijk te volgen om op die manier antwoord te kunnen geven op de vraag: vind ik een Burgerberaad iets voor Hof van Twente? En zo belandde ik een paar keer in Schagen. Schagen is dan wel helemaal in Noord-Holland, maar Schagen is wel een beetje te vergelijken met Hof van Twente: veel buitengebied, paar kernen, vergelijkbaar inwoneraantal en zelfde onderwerpen waar ze tegen aan lopen (zoals wonen en duurzaamheid).
In maart is de aftrap geweest in Schagen met de Burgertop. Zo’n 250 inwoners (geloot en doorgeloot tot een heel diverse mix aan mensen) zijn een dag met elkaar aan het werk geweest. Er heerste een verwachtingsvolle sfeer. Zo van: ‘wat bijzonder dat ik ben uitgenodigd, ik heb er zin in, maar ik weet niet zo goed wat ik mag en moet verwachten’. De inwoners zijn na deze Burgertop in werkgroepen de thema’s verder gaan uitwerken.
Afgelopen zaterdag was dan de Burgerraad: de werkgroepen presenteerden aan elkaar hun idee, hun beslispunten, ze kregen daarbij vragen van panels met inwoners en politici en aan het eind van de dag werd officieel per beslispunt gestemd. Alle aangenomen voorstellen (zo’n 50 stuks!) zijn ter plekke als Burgerakkoord aangeboden aan de burgemeester en op 9 juli gaat de gemeenteraad erover vergaderen. Ook is er een monitorgroep opgestaan om de voortgang in de gaten te houden.
Ik was bij de Burgerraad afgelopen zaterdag. Ik wilde vooral weten: wat is de sfeer deze dag? Natuurlijk wilde ik ook weten wat de Burgerraad inhoudelijk oplevert, maar daar is dit blog te kort voor, vandaar even de focus op de sfeer. Ik kan achteraf maar één passend woord bedenken: het was energiek!
De puzzelstukjes waren duidelijk geland, verwachtingen waren kraakhelder en iedereen ging er vol voor. Het was alsof ik een soort demonstratiedag binnenstapte van mensen die ervaring hadden met een Burgerberaad en wilden laten zien hoe het werkt. Mensen voelden zich duidelijk zelf verantwoordelijk, serieus genomen en gehoord. Het spatte er af: wij zijn nu aan zet! Dat een Burgerberaad die energie zou losmaken, daar hoopte ik op, maar heel eerlijk en dat besef ik eigenlijk nu pas: ik had dat van tevoren niet durven verwachten. Dat is namelijk nogal een hoge lat.
Voor de gemeente is het loslaten, vertrouwen hebben in het proces en vooral in je inwoners. Dat is eng, dat is spannend. Want: wij zijn toch gekozen? Hebben inwoners wel realiteitszin? Komt er wel een mix van inwoners? Gaan verwachtingen van inwoners wel waar gemaakt worden? Ik zou dat ook spannend vinden als raadslid. Maar ik heb nu in het echt gezien wat een Burgerberaad met mensen doet. En daar kan ik alleen maar blij van worden. Na de leergang en het volgen van het praktijkvoorbeeld in Schagen, kan ik nu dan ook volmondig zeggen: ja, ik zou graag een Burgerberaad in Hof van Twente zien! Heel graag!
Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging
Hoe dan?!
Sorry, in dit blog ga ik met een aantal cijfers komen. Dat maakt het blog niet echt lekker leesbaar, maar ik heb die cijfers wel nodig om mijn punt duidelijk te maken. Mijn punt is namelijk: hoe gaan we ooit in 2035 energieneutraal worden?!
Op de agenda van de raadsvergadering staat het onderwerp ‘programmeringsafspraken voor windenergie’. Dat is een overeenkomst tussen de provincie en de gemeente over windenergie in Hof van Twente. In Hof van Twente is momenteel één windproject in procedure: de twee windturbines van het project Wind voor Buren bij knooppunt Buren. De provincie is bevoegd gezag voor dit project. Dat betekent dat de provincie over de vergunning beslist. Niet de gemeente. In de voorliggende programmeringsafspraken staat opgenomen dat Hof van Twente in 2030 40 GWh aan windenergie moet hebben. Stel dat Wind voor Buren een vergunning krijgt, dan zou die 40 GWh met de twee windturbines van Wind voor Buren afgedekt zijn.
Mij is nog steeds niet duidelijk wat de meerwaarde van de programmeringsafspraken zijn. Ja, de gemeente wordt tot 2030 met rust gelaten (als Wind voor Buren een vergunning krijgt van de provincie). Maar de gemeente heeft ook als doelstelling om in 2035 energieneutraal te zijn. Hoe gaan we dat toch ooit bereiken? Om de doelstelling van een energieneutrale Hof van Twente te behalen, is in 2015 een Routekaart vastgesteld. In 2021 is dit beleidsstuk aangepast en is de Routekaart 2.0 vastgesteld. De doelstelling is daarbij overeind gebleven: we willen energieneutraal zijn in 2035. Het is nu negen jaar later… Hoe staan we ervoor?
Op de website van de klimaatmonitor kan je alle gemeenten volgen in hun energieverbruik en schone energieopwekking. Op deze site zijn de gegevens over 2023 nog niet verwerkt. We kunnen wel de cijfers van 2022 gebruiken, oftewel: de ontwikkelingen van zeven jaar tijd ten opzichte van de start van de Routekaart in 2015. Over 2022 is te vinden dat Hof van Twente een energieverbruik had van 3148 TJ. Dat is de optelsom van de benodigde energie voor elektriciteit, warmte en vervoer. Het is gelukt om in 2022 485 TJ schone energie op te wekken. Dat is veel! Maar nog lang niet genoeg! Met die 485 TJ zitten we namelijk op 15,4% energieneutraliteit. Terwijl het doel is: 100% in 2035!
En ik ga het helaas nog erger maken. Toen de routekaart werd vastgesteld, waren we eigenlijk al op de goede weg. We zijn in 2015 namelijk niet gestart met 0%, maar met 6,4% energieneutraliteit (211 TJ van de gevraagde 3297 TJ aan energie werd namelijk schoon opgewekt). Kort gezegd: we zijn in zeven jaar tijd 9% verder gekomen.
Positief bekeken: ja, dat is de goede kant op. Ja, dat is een stijgende lijn. Realistisch bekeken: als we in zeven jaar tijd (2015-2022) 9% zijn gestegen, hoe gaan we dan in 13 jaar tijd (2022-2035) ooit 84% stijgen?! Of anders gezegd: als dit tempo zich voortzet, hebben we nog 109 jaar (!) nodig om energieneutraal te worden. Die tijd hebben we niet… Vandaar mijn zorg: 2035 energieneutraal, hoe dan?!
Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging
Motie ‘praat niet over ons, maar met ons’ bijna unaniem aangenomen !!!
Persbericht 30 mei 2024 – namens In Beweging, PvdA en D66
Motie ‘praat niet over ons, maar met ons’ bijna unaniem aangenomen
Ruim 1700 huishoudens in Hof van Twente die vorig jaar zomer hebben meegewerkt aan het onderzoek naar de voorzieningen voor de minima, krijgen een terugkoppeling van de resultaten van het onderzoek en wat de vervolgstappen zijn om te komen tot nieuw beleid. Dat is het resultaat van het debat in de gemeenteraad van gisteravond.
De gemeente is bezig met het maken van een nieuw minimabeleid. Daarvoor is een uitnodiging voor het invullen van een enquête verstuurd naar ruim 1700 huishoudens. Dit leverde 490 ingevulde enquêtes op en 70 mensen hebben aangegeven mee te willen werken aan een diepte-interview. Deze getallen laten een hoge betrokkenheid zien.
Voor In Beweging, PvdA en D66 is tussentijdse terugkoppeling naar de ondervraagden een vanzelfsprekende stap als je onderzoek doet, maar er bleek een motie voor nodig om dit voor elkaar te krijgen. “Wij willen geen black box, wij vinden het wel zo netjes om mensen die hebben meegewerkt aan een onderzoek, ook te laten weten wat de resultaten zijn en wat je daarmee wilt gaan doen,” aldus Marianne Hutten van In Beweging.
De motie ‘praat niet over ons, maar met ons’ is gisteravond in de gemeenteraad besproken. Na een pittige discussie in de raadzaal hebben bijna alle gemeenteraadsleden ingestemd met het voorstel. De genoemde partijen zijn blij met het resultaat. In Beweging, PvdA en D66 hebben ook aangegeven een informerende raad te laten inplannen. Bij een informerende raad wordt een onderwerp besproken waar iedereen aan mee kan doen: raadsleden én inwoners. Deze bijeenkomst over het minimabeleid zal zo snel mogelijk worden opgezet. “Op deze manier laat je de minima zien dat je ook hun reacties wilt horen,” aldus Onno Bordes van PvdA.
De black box
Stel, iemand (lees: de gemeente) vraagt oprecht naar jouw mening over een bepaald onderwerp in het kader van een onderzoek. Dat is mooi. Het gaat over een onderwerp dat jou aangaat, dus daar wil je wel aan meewerken. Aan het eind van de enquête of het gesprek wordt tegen je gezegd: “Vriendelijk bedankt voor uw medewerking. Wij gaan alle inbreng analyseren, we maken een voorstel voor beleid, we stellen dat voor aan de gemeenteraad, zij nemen dan een besluit en daarna komt er een keer een nieuwsbrief of u leest in de krant wat het uiteindelijke beleid is geworden”.
Wat zou u daarvan vinden? Ik word daar heel opstandig van. Ja, fantastisch: uw mening wordt gevraagd. Ja, fantastisch: met een beetje mazzel heeft iemand gedacht dat uw ingebrachte idee misschien wel in beleid moet komen. Of niet. Dat weet u dan niet. U kunt het hele beleid dan gaan doorspitten om erachter te komen. Of gewoon hopen dat iets van uw inbreng is vertaald naar beleid. Laat staan dat u weet waarom uw idee het beleid wel of niet heeft gehaald. Wat zouden de rest van de mensen hebben ingebracht die hebben meegedaan aan het onderzoek? Straks hebben ze uw inbreng net iets anders opgevat dan u had bedoeld. Of u bent iets vergeten wat echt nog even genoemd had moeten worden.
Ik noem dit de black box: je stopt er wat in, maar je hebt geen idee wat er uit gaat komen, wanneer en waarom. Dit is wel wat er nu gebeurt met het minimabeleid. Vorig jaar zomer is een enquête de deur uit gedaan naar een grote groep mensen. Er zijn ook telefonische interviews gehouden. En nu wachten we. De gemeenteraad is recent bijgepraat over de resultaten van het onderzoek. De gemeenteraad is verteld dat voor de zomer nog een voorstel wordt besproken in de gemeenteraad. Maar de doelgroep zelf, de mensen wiens mening is gevraagd, weet van niks. Het is toch wel zo netjes (‘normaal’ zou ik willen zeggen) dat als je iemand om zijn/haar mening vraagt, je tussendoor ook laat weten wat de opbrengst is, tot welke ideeën dat heeft geleid in het gemeentehuis, welke afwegingen meespelen en wanneer het nieuwe beleid wordt verwacht en natuurlijk kunnen ze daarbij ook nog iets meegeven. Dat hoeft niet groots en meeslepend. Bijvoorbeeld gewoon de doelgroep uitnodigen voor een bijeenkomst. Onderzoeksresultaten presenteren en met elkaar in gesprek, eventueel in kleinere groepjes. Met aanwezigheid van ambtenaren en betrokken partijen. Eigenlijk net zoals met de gemeenteraad recent is gedaan.
Deze (tussen)stap is één van de uitgangspunten toen we als raad unaniem (!) het OKO-beleid hebben vastgesteld (OKO staat voor Opgroeien in een Kansrijke Omgeving – plan voor preventie en handhaving voor alcohol en middelengebruik). Eén van de uitgangspunten was daarbij: onderzoek niet alleen, maar ga vooral in gesprek over de resultaten. Praat niet over ons, maar met ons. Dat verhoogt betrokkenheid van de doelgroep en kan het beleid alleen maar beter maken. Dat vinden we bij het OKO-beleid dus een belangrijk speerpunt, waarom zouden we dat bij het minimabeleid dan opeens niet doen? In Beweging gaat haar best doen om ‘black boxen’ te voorkomen en zal pleiten in de gemeenteraad voor deze (tussen)stap: betrek de doelgroep niet alleen voor input voor het minimabeleid, maar ook in aanloop naar het nieuwe minimabeleid toe. Klinkt toch ook logisch?
Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging
Pré-mantelzorgwonen
We blijven allemaal roepen dat we woningen nodig hebben. Voor elke doelgroep. Betaalbaar. En vooral snel. Dus wat wordt er geroepen? Bouwen, bouwen, bouwen en creatieve oplossingen graag! Een mooi voorbeeld waar ik me vanuit In Beweging al een tijd druk om maak, zijn pré-mantelzorgwoningen. Hoe staat het daarmee?
Ik pak een blog erbij van begin maart vorig jaar. Daarin pleit ik voor pré-mantelzorgwoningen (ook wel meergeneratiewonen genoemd). Pré-mantelzorgwonen is een aanvulling op het meer bekende (vergunningsvrije) mantelzorgwonen. Kern van beide concepten is dat de woning, die los staat van de hoofdwoning, wordt verwijderd als de persoon er niet meer woont. Ik citeer uit mijn blog van 7 maart 2023: “Pré-mantelzorg biedt tijdelijke woonplek op het perceel van bijvoorbeeld familie, voor mensen waarvan te verwachten is dat ze op termijn zorg nodig gaan hebben. Hoe mooi als je dan kunt wonen op een plek bij mensen waar je je goed voelt? Volgens mij draagt de mogelijkheid van pré-mantelzorgwonen bij aan de doorstroming op de woonmarkt en heeft het een positieve impact op zaken als samenredzaamheid, eigen kracht en kan het eenzaamheid voorkomen.”
Dat was maart 2023. Inmiddels is het mei 2024. Wat is er in de tussentijd gebeurd? De timing van het idee voor pré-mantelzorgwonen bleek goed, want de Woon-, Zorg- en Welzijnsvisie werd op dat moment voorbereid. En goed nieuws: het idee voor pré-mantelzorgwonen vond politiek steun! Op 28 november 2023 is de Woon-, Zorg- en Welzijnsvisie door de gemeenteraad unaniem (!) aangenomen. Hierin is opgenomen dat het concept van pré-mantelzorgwonen wordt gesteund en de voorwaarden uitgewerkt zullen gaan worden. Mooi! We zijn dus een belangrijke stap verder: pré-mantelzorgwonen vindt politiek steun en is nu ook in beleid opgenomen. Dus ik dacht: kom maar door met die uitwerking! Dan kunnen inwoners mooi snel gebruik maken van de mogelijkheid van pré-mantelzorgwonen…
Maar… we zijn inmiddels ruim een half jaar verder en er ligt nog geen uitwerking. Ik heb meerdere keren gevraagd naar de stand van zaken, maar het antwoord bleef steeds iets in de trant van: ‘mee bezig’. Aan de wil van het college blijkt het gelukkig niet te liggen. Het is personeelstekort. Inmiddels is er iemand ingehuurd en vanaf begin mei is het team voor Wonen aangesterkt. Ik heb dus weer grootse verwachtingen dat we snel een uitwerking tegemoet kunnen zien! Zou mooi zijn als we over een jaar kunnen laten weten dat er in Hof van Twente de eerste pré-mantelzorgwoningen staan. Wellicht wat ambitieus, maar daar gaan we wel voor! We willen immers allemaal: bouwen, betaalbaar, voor elke doelgroep en snel. Nou, dat kan: pré-mantelzorgwonen voldoet daar allemaal aan!
Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging
Foto van bericht in PZC, © Dirk-Jan Gjeltema
Zeggenschap
Ik wil het met u hebben over het woord participatie. Dat vind ik een verwarrend woord.
De helft van de mensen denkt namelijk bij het woord participatie aan ‘meedoen in de samenleving’. Bijvoorbeeld als in: krijg ik op school dezelfde kansen als iedereen? Heb ik dezelfde toegang tot werk als iedereen? Hoe zijn de sociale netwerken? De andere helft van de mensen denkt bij het woord participatie aan wat anders, namelijk aan ‘meedoen in besluitvormingsprocessen’. Bijvoorbeeld als in: ben ik geïnformeerd over een wegafsluiting? Mag ik mijn mening geven over de biodiversiteitsplannen? Mag ik meebeslissen over de inrichting van een nieuwe woonwijk?
De overlap in beide begrippen is dat iedereen moet kunnen meedoen, zowel jong en oud, man en vrouw, met beperking en zonder, etcetera. In een krantenartikel, gesprek of beleidsstuk is het echter wel belangrijk om meteen te weten over welk soort participatie het gaat. Daarom heb ik een simpel voorstel voor het gebruik van het woord participatie. Mijn voorstel is als volgt: als het gaat om meedoen in de samenleving, blijven we het woord participatie gebruiken. Als het gaat om meedoen in besluitvormingsprocessen, gaan we het woord participatie vervangen voor het woord ‘zeggenschap’. Dat is immers in de kern waar deze vorm van participatie om draait: hoeveel zeggenschap iemand krijgt in een besluitvormingsproces. Laten we dat dan ook zo concreet benoemen!
Nul zeggenschap is dan dat je als inwoner alleen wordt geïnformeerd (en soms zijn er ook situaties die niet meer dan dat vragen) en maximaal zeggenschap is dat inwoners zelf mogen beslissen. En daar zitten – net als in het huidige participatiebeleid van de gemeente – allemaal gradaties tussen. Dat blijft hetzelfde. Alleen het woord participatie vervangen we voor zeggenschap. Daar wordt het volgens mij alleen maar duidelijker van!
Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging
Vijf nieuwe lokale politieke partijen
Groep 7 stapt binnen in de raadzaal van het gemeentehuis. Kijken om zich heen: wat een zaal! Waar mogen we zitten? Vanmorgen zijn deze leerlingen voor één ochtend gemeenteraadsleden! Ze krijgen uitleg: over de raadzaal, de burgemeester, de wethouders, hoeveel raadsleden er zijn en nog veel meer. Maar ze gaan vooral aan de slag. Ze gaan in groepjes hun eigen politieke partij oprichten. Met eigen standpunten. Gaan vervolgens voor het spreekgestoelte vertellen waar hun partij voor staat en dan gaat het echt gebeuren. Ze gaan met elkaar een fictieve stad in elkaar zetten. Ze mogen om de beurt een gebouw kiezen uit de rij die staat opgesteld. Ze houden een pleidooi waarom deze stad juist dit gebouw nodig heeft en dan wordt er gestemd. Met natuurlijk als doel: lukt het je om een meerderheid te krijgen? In Beweging heeft er eerder voor gepleit om kinderen meer bij politiek te betrekken. De gemeenteraad heeft dat idee gesteund en hier staan we dan met de eerste klas die voor één dag gemeenteraad mag zijn.
En zo gebeurde het dat Hof van Twente even vijf politieke partijen rijker was: de KMV, BKVI, VVN, PVG en de GVN. Oftewel: de partij Klimaat Moet Veranderen, Beter Klimaat voor Iedereen, Veilig Voor Nederland, Partij van het Groen en Goed Voor Nederland. En ze durven gewoon in de microfoon, met jezelf megagroot op het scherm, te vertellen waar ze voor staan. Van veilig verkeer tot natuur, van een goede opvoeding tot meer doen voor het klimaat.
Hoe kunnen deze leerlingen zo uit het niks zo’n goede discussie houden? Moet er een fabriek in deze stad? De ene partij vindt van wel, want er is werk nodig voor de mensen. De andere partij vindt van niet, mensen kunnen ook werken bij één van de andere gebouwen, zoals het ziekenhuis of de school. Is er überhaupt wel personeel? Zijn volkstuinen of een boerderij beter om aan gezonde groenten te komen? En een middelbare school is wel leuk, maar is het niet nog belangrijker om eerst een basisschool te hebben? Een supermarkt kan meteen als voedselbank fungeren, want je moet ook denken aan de mensen die het eten niet kunnen betalen. En vooral veel bomen, parken en zonneparken. Die krijgen allemaal makkelijk een meerderheid. Het enige wat mij verbaast, is dat kinderen totaal geen culturele gebouwen kiezen. Geen bioscoop, theater of museum. De stad staat in no time vol!
En dan gaan ze mij interviewen: of het leuk is, of ik het niet spannend vind om te doen, of ik wel eens verdrietig ben als mijn idee niet genoeg stemmen krijgt en of je ook een opleiding nodig hebt om gemeenteraadslid te worden. Nee, je leert raadswerk door te doen. Iedereen kan zich verkiesbaar stellen! En hopelijk gaan deze kinderen dat ook ooit doen. Aan het enthousiasme zal het niet liggen. Bij de jas aantrekken hoor ik kreten als ‘dit was echt gaaf!’. De volgende klas staat al te trappelen om ook de raadzaal in te gaan. Benieuwd wat voor ideeën en argumenten zij laten horen waar wij als volwassenen door worden geïnspireerd!
Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging
Motie rondreizende stemmal
In Beweging vindt het belangrijk dat iedereen, ongeacht zijn/haar beperking, zelf een stem kan uitbrengen tijdens de komende Europese verkiezingen van 6 juni 2024. Tijdens de Tweede Kamerverkiezingen op 22 november 2023 bleek dat de stemmal voor blinde en slechtziende inwoners een perfecte uitkomst was om zelfstandig en zonder hobbels hun stem uit te brengen.
In Beweging ziet dat inwoners het liefst in hun eigen, vertrouwde omgeving willen stemmen. Het ideaalbeeld is daarom ook dat er in iedere kern een stemmal komt te liggen, maar in de praktijk wordt dit een dure grap. De prijs van 1 stemmal bedraagt al gauw €3000, voor 5 kernen komt de prijs op €15000 te liggen. Iedere verkiezing opnieuw, want de stemmal is door een steeds veranderende stembiljet maar 1 keer te gebruiken.
Om toch zoveel mogelijk inwoners gebruik te laten maken van de stemmal, wil In Beweging dat het college gaat onderzoeken of het mogelijk is, om die ene stemmal gedurende de dag “rond te laten reizen” langs verschillende kernen/buurtschappen in de Hof van Twente zodat méér inwoners met een visuele beperking en/of andere leesbeperking in hun eigen vertrouwde omgeving kunnen stemmen en niet naar Goor af hoeven te reizen (wat in de praktijk niet gebeurt).
In Beweging is ervan overtuigd dat het rond laten reizen van de stemmal, voorziet in een behoefte. Daarom dienen we deze motie in tijdens de raadsvergadering van 26 maart 2024.
Niet over, maar met
Stel, er wordt om jouw mening gevraagd. En dan ook nog eens over een onderwerp dat jóu aangaat. Super, je voelt je gehoord en serieus genomen. Maar daarna blijft het stil. Misschien lees je per toeval in de krant dat er inmiddels over dat onderwerp beleid is vastgesteld. Zou daarin terug komen wat jij had aangekaart? Je hoopt maar van wel. In de praktijk merk je nog niet veel verschil…
Zo kán het gaan.
Zo kan het ook:
Stel, er wordt om jouw mening gevraagd. En dan ook nog eens over een onderwerp dat jóu aangaat. Super, je voelt je gehoord en serieus genomen. De vervolgstappen worden je verteld. Alle inbreng wordt verwerkt en er komt een conceptversie van nieuw beleid. Je wordt gevraagd om nog een keer mee te kijken. Is jouw inbreng goed vertaald? Of is duidelijk gemaakt waarom jouw inbreng wel is overwogen, maar om bepaalde redenen toch niet is overgenomen in het beleid? Het concept wordt aangescherpt en de gemeenteraad stelt vervolgens het beleid vast. De gemeente vraagt of er mensen uit de doelgroep zijn over wie dit beleid gaat, mee willen blijven kijken. Een kleine groep, die periodiek met de gemeente bespreekt hoe het beleid in de praktijk uitpakt. Levert het vragen op? Gaat het goed? Blij mee? Nog aanscherping nodig? Je blijft op de hoogte, je voelt je betrokken. En nee, misschien ben je het niet altijd eens, maar er is tenminste ruimte voor het gesprek. Inwoners en ambtenaren leren van elkaar.
Hoera! De gemeente lijkt deze aanpak steeds meer te omarmen. We hebben bijvoorbeeld een klankbordgroep Toegankelijkheid. Bij het recent vastgestelde OKO-beleid (opgroeien in een kansrijke omgeving) wordt ook iets vergelijkbaars gedaan. Bij biodiversiteit wordt ook periodiek met betrokkenen om tafel gezeten. Zijn er meer van zulke voorbeelden in de gemeente? Ik juich het alleen maar toe. Zo heeft wethouder Hannie Rohaan het initiatief genomen om pleegouders bij elkaar aan tafel uit te nodigen. Ambtenaren zijn daar ook bij. Om naar elkaar te luisteren en van elkaar te leren. Mooi initiatief!
Er zijn meer onderwerpen waar je volgens mij goed met de doelgroep regelmatig mee om tafel kunt gaan zitten. Denk bijvoorbeeld aan cultuur, armoede, sport. Ik zou er voor willen pleiten dat de gemeenteraad een lijstje maakt van onderwerpen waar we deze manier van contact met inwoners willen inbedden. Dus niet alleen in gesprek in aanloop naar het beleid, maar ook juist als het beleid wordt uitgevoerd. Met simpelweg als visie dat we niet óver mensen willen praten, maar mét mensen. Daar kan beleid en praktijk alleen maar beter van worden!
Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging