Een wereld te winnen

Een ‘raadscommunicatieadviseur’. Pfoei, politiek zit vol met mooie scrabblewoorden en dit is er weer zo eentje. Maar ik werd wel getriggerd. Dat klinkt als iemand die de gemeenteraad – en daarmee de lokale politiek – helpt om meer bekend te zijn. Wat de gemeenteraad doet, wie de raadsleden zijn, wat er besproken wordt, hoe je met de gemeenteraad in gesprek komt, zulk soort dingen. Dat is precies wat ik belangrijk vind! En hopelijk draagt dat dan bij aan het vertrouwen in de lokale politiek en gaan mensen zich  (nog meer) inzetten voor hun eigen omgeving.
Ik ben dus meteen op onderzoek gegaan. En wat blijkt? Het is best gebruikelijk dat de gemeenteraad wordt ondersteund door een communicatieadviseur. Iemand die politiek neutraal is en puur als taak heeft: inwoners betrekken bij de politiek. Ik heb een raadscommunicatieadviseur benaderd en bestookt met vragen hoe dat dat werkt. Ik werd er vooral enthousiast van en wil dan ook zeker mijn best gaan doen om te kijken of we ook zo’n ondersteuning kunnen krijgen. Denk dan bijvoorbeeld aan zaken als een politiek café, een eigen website, meer actief op sociale media en met raadsleden samen de straat op. Natuurlijk, dat kan je allemaal als partij ook zelf doen, maar ten eerste is dit efficiënter en ten tweede: het doel is inwoners betrekken bij lokale politiek. Het doel is niet om inwoners te beïnvloeden wat hun mening is over bepaalde onderwerpen.
De raadscommunicatieadviseur die ik interviewde, vroeg mij op een gegeven moment iets terug: ‘’hoe kunnen inwoners in jullie gemeente nu iets bespreekbaar maken?’’. Ik was even stil. Ik denk omdat ik meteen besefte dat het antwoord dat ik zou gaan geven, een antwoord zou worden waarop zij zou reageren met: ‘’nou, daar is nog een wereld te winnen dan’’. Ik antwoordde de volgende opsomming: “Er zijn een paar opties:
1) Als inwoner kan je een mail sturen naar de politieke partijen. Maar: dan moet je wel eerst de contactgegevens zoeken of weten dat er een griffie bestaat en de griffie contacten, maar wie kent het woord ‘griffie’ überhaupt?
2) Als inwoner mag je ook vragen stellen tijdens de informerende raad. Maar: dan moet je wel weten dat dat fenomeen bestaat, dat het thema van de informerende raad voor jou relevant is en je moet wel weten dat je dat recht hebt en het lef hebben om die microfoon te pakken.
3) Als inwoner kan je ook vijf minuten inspreken bij een raadsvergadering. Maar: dat moet je ook maar net weten, vooraf aangeven, mag niet gaan over iets dat al besloten is en je moet ook maar het lef hebben om daar te gaan staan.
4) Als inwoner kan je ook de lokale media benaderen. En dat is het. Denk ik.
5) O ja, als je geluk hebt, ken je een raadslid persoonlijk en stuur je een whatsappje hoe je jouw zorgen bespreekbaar kunt maken en die zal je dan bovenstaande vertellen”. Ik somde dit zo op tegen de raadscommunicatieadviseur. Mijn voorspelling kwam uit. Het was even stil. Er klonk een zucht en toen ‘’nou, daar is nog een wereld te winnen dan’’. Volgens mij kan een raadscommunicatieadviseur daarbij helpen. Ik ben voor!

Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging

Wel zo efficiënt

Wij hebben in de gemeenteraad het zogenaamde BOB-model. BOB is de afkorting voor de drie stappen hoe in onze gemeente besluiten worden genomen: 1) Beeldvorming, 2) Oordeelvorming, 3) Besluitvorming. Steeds meer gemeenten hanteren deze werkwijze. Het scheelt tijd (geen aparte commissievergaderingen per thema), maar de vraag die ik heb: krijg je zo wel de optimale discussie?

Eerst een toelichting hoe het werkt. Voor stap 1, de beeldvorming, is er de informerende raad. Vaak is dit een (goede en interessante) presentatie van ambtenaren en kunnen er technische vragen worden gesteld door de gemeenteraad én aanwezigen (inwoners dus ook). De vragen mogen niet politiek zijn. Dus je mag wel vragen: ‘kunt u mij het verschil in die bedragen toelichten?’, maar je mag niet zeggen: ‘ik vind het verschil tussen die bedragen te groot, dat moet echt anders!’.

Voor stap 2, de oordeelvorming, staat een onderwerp als meningvormend op de agenda van de gemeenteraadsvergadering. De praktijk leert dat zo’n agendapunt echter meer meninguitend dan meningvormend is. Dat is ook logisch. Het zou gek zijn als je als partij niks hebt gedaan sinds de informerende raad en hier pas gaat nadenken over argumenten. Dus gaat het als volgt: de politieke partijen hebben sinds de informerende raad netjes hun huiswerk gedaan (overlegd binnen de partij, stukken gelezen en wellicht navraag gedaan bij ambtenaren en belanghebbenden) en geven aan wat hun mening is. De vraag die vervolgens belangrijk is, is de volgende: blijft dit uw mening of is er nog iets dat uw mening kan doen veranderen? Mijn ervaring is dat meningen op dit moment echter al gevormd zijn in plaats van gevormd worden. Standpunten zijn al ingenomen. En dus gaan we vaak ter plekke door naar stap 3: de besluitvorming. Als er niet meteen besloten wordt, komt het raadsvoorstel drie weken later als besluitnemend terug op de agenda. Het scheelt dus drie weken in tijd als je meteen een besluit neemt over een meningvormend agendapunt. Dat klinkt wel zo efficiënt. Toch?

Maar dan mijn vraag: is dit wel de optimale discussie? Ik wil juist van partijen de afwegingen horen in plaats van de ‘einduitslag’ (het standpunt). Dat gebeurt nu meestal in aanloop naar de vergadering via telefoontjes naar elkaar. Niks geheims aan wat mij betreft, maar die discussies die dan plaats vinden, zou ik graag in de raadszaal terug zien. Want aan de telefoon is wel oprecht de vraag: is er nog een argument dat jouw van mening kan doen veranderen? En richting inwoners: als zij – nadat ze de meningen hebben gehoord in de gemeenteraadsvergadering – nog willen proberen om raadsleden te spreken om argumenten uit te wisselen, kan dat dus niet meer, want er is soms al meteen over besloten. En ik wil ook voorkomen dat een partij of een individueel raadslid de druk voelt om een agendapunt wel even af te tikken, terwijl die partij nog wat wil uitzoeken.

Een oplossing? Wat mij betreft heel simpel: we gaan de informerende raad met een discussie-onderdeel uitbreiden. Deel 1 van de avond is presentatie en deel 2 van de avond is debat. In plaats van alleen het presenteren van een beleidsconcept, waarbij de raad en belanghebbenden alleen verduidelijkende vragen kunnen stellen, gaan de raadsleden er aansluitend ook over in gesprek. Daarbij is het startpunt dus dat iedereen ter voorbereiding de stukken gelezen heeft. Op die manier win je tijd en kan je met elkaar in gesprek: argumenten uitwisselen, in discussie gaan. En met die bagage ga je vervolgens naar het overleg binnen je eigen partij. Zo vind ik het prima als een agendapunt meninguitend is en we wellicht zelfs meteen beslissen. Dat klinkt transparant én efficiënt. Toch?

Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging

Hulp geven versus hulp krijgen

Ik las een keer een interview met Sifan Hassan. Het interview ging natuurlijk over haar ren-prestaties,
maar ook over de cultuur waarin ze is opgegroeid. Ze vertelde dat het in de cultuur van haar
geboorteland Ethiopië een zegen is als je iemand kunt helpen. Op de één of andere manier bleef dat
heel erg hangen. Het zegt eigenlijk dat degene die hulp kan geven dankbaarder zou moeten zijn dan
degene die de hulp krijgt. Ik heb het gevoel dat dat bij ons eerder andersom is…
Ga maar na bij jezelf… waar ben je beter in? Wat geeft een beter gevoel? Iemand helpen of geholpen
worden? Iemand helpen geeft voldoening. Door iemand geholpen worden geeft eerder een gevoel
van krediet naar iemand, dat je iets terug moet doen.
Ik heb vaak het gevoel dat onze maatschappij erop gericht is dat we anderen gaan helpen en dat wij
als politiek daar het bijbehorende budget bij moeten regelen. En als het ons lukt om zoveel mogelijk
mensen te helpen, geeft dat een trots gevoel. Oh, wat doen we het dan goed! Daar mag de
geholpene wel heel dankbaar voor zijn! En o wee als diegene dan niet dankbaar genoeg is. Maar is
het niet andersom? Zoals Sifan Hassan vertelde: wat een zegen als je de mogelijkheid hebt om
iemand te helpen!
Voor iemand anders klaar staan geeft een goed gevoel. Andersom, steeds hulp moeten accepteren is
verrekte lastig. De geholpene wil die hulp helemaal niet nodig hebben, die wil het alles het liefst zelf
kunnen. Hulp geven kost tijd, moeite en geld; vraagt vaak puzzelwerk in planning en dat klinkt
allemaal als zaken dat je dankbaar moet zijn dat iemand dat voor iemand anders over heeft. Maar er
is een belangrijk verschil: het is de helper die zelf beslist. Degene die hulp nodig heeft, heeft geen
keuze. En daarmee kom ik bij mijn punt voor politiek beleid. Wat ons betreft moet politiek beleid
gericht zijn op zelfredzaamheid. Niet omdat we niet willen helpen, maar iemand leren hoe die
zichzelf kan helpen is beter. Ik ben blij dat we dit steeds meer terug zien in ons gemeentebeleid en
daar zullen we als In Beweging scherp op blijven. Denk daarbij bijvoorbeeld aan thema’s als fysieke
toegankelijkheid (dat je zelf je boodschappen kunt doen tot zelf kunt stemmen bij de verkiezingen)
voor ouderenzorg (nu actueel met de woonzorgvisie die voorligt bij de gemeenteraad, waar focus ligt
op zelfregie voor ouderen) tot de opvang van vluchtelingen (regelen we alles voor ze, omdat er een
taalbarrière is of laten we ze steeds meer dingen zelf oppakken). Zelfregie geeft gevoel van trots,
gevoel van controle en gevoel van onafhankelijkheid. Dat gunnen we toch iedereen? En mooi
meegenomen, ik denk dat het op termijn ook nog eens geld scheelt. Waarmee we vervolgens weer
anderen op weg kunnen helpen…

Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging

Dát zou stoer zijn

Je mag geen reclame maken op of rond het stembureau. Dat is een duidelijke en strikte regel. Dus geen posters of flyers, geen kleding met partijslogans of stemadviesgesprekken met iemand achter het stembureau. Maar! Gek genoeg mag je in het stemhokje zelf nog wel reclame maken. Dan heb ik het over lijstduwers.
Lijstduwers zijn mensen die op de kieslijst staan om de partij te steunen, maar die niet bereid zijn om plaats te nemen in de politiek als ze gekozen worden. Dit gebeurt landelijk, provinciaal en lokaal. Ze zijn ambassadeur voor hun partij. Ze zijn pure reclame. Ik vind dat om twee redenen niet goed. Ten eerste omdat er dus geen reclame gemaakt mag worden bij het kiesbureau, terwijl je in het stemhokje zelf nog even een paar promoters onder je neus krijgt. Ten tweede vind ik het kiezersbedrog. Ik vind dat je mag verwachten dat als je je stem uitbrengt op iemand, dat diegene ook daadwerkelijk in de tweede kamer, provinciale staten of gemeenteraad gaat. Het heet immers een kieslijst. Het heet geen ‘je-mag-jouw-stem-op-me-uitbrengen-maar-ik-ben-eigenlijk-bedoeld-als-reclame-dus-ik-zal-bij-genoeg-stemmen-niet-in-de-politiek-gaan-lijst’.
En dan hoor ik: “ja, maar, ik sta laag, dus ik verwacht niet dat ik erin kom”. Nou, de praktijk leert dat dat toch met regelmaat gebeurt. Of ik hoor: “Ja, maar anders is onze kieslijst zo kort”. Nou, dan is dat zo. Dat is wel zo eerlijk naar de kiezer toe. Toch?
Ik pleit er daarom voor om de mogelijkheid van lijstduwerschap af te schaffen. En zo lang dat niet zo is, als politiek te zeggen: wij doen er niet meer aan. Te beginnen bij de lokale politiek. Hoe stoer als alle politieke partijen bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen (ja, dat duurt nog even, maar dan hebben we bij deze ruim de tijd om erover na te denken) geen lijstduwers meer hebben! Of weet iemand een argument waarom lijstduwerschap wél een goed idee is?

Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging

Komt tijd, komt raad

“Zit jij alweer helemaal in het schoolritme?” Volgens mij één van de meest gestelde vragen van afgelopen week onder ouders. En als daarna meest gestelde vraag: “Hebben de kinderen er weer zin in?” Hetzelfde geldt voor politiek. Ook politiek is weer begonnen en daar gelden beide vragen ook voor. Voor politiek geldt het driewekelijks ritme van steunfractieoverleg (voorbereidend overleg op een raadsvergadering) en de raadsvergaderingen (informerend over een bepaald onderwerp of een vergadering met ruimte voor debat en besluiten). Met daaromheen allerlei andere overleggen, leeswerk en uitzoekwerk. Dat ritme pik je zo weer op! De tweede vraag, of ik er weer zin in heb, vind ik lastiger.
Niet omdat ik politiek niet leuk vind, maar omdat ik het zo’n tijdspuzzel vind. Je wilt het graag goed doen. Ik wil me ergens op tijd in verdiepen, rondvragen en het liefst over elk onderwerp. Maar dat kan niet. Neem alleen al deze maand september, daar staan twaalf uitnodigingen voor raadsleden in!
Dat staat dus los van overleggen binnen onze eigen partij en los van afspraken en uitzoekwerk rondom een bepaald onderwerp. In mijn geval, moeder van drie kinderen, waarvan één dreumes, vind ik dat een enorme frustrerende puzzel. De dreumes gaat simpelweg huilen als je een telefoontje wilt doen (daar hebben jonge kinderen een speciale sensor voor) en juist als je even de laptop aanzet, valt ze of is er weer een vieze luier. Of iets anders. Geconcentreerd werken vind ik daarmee lastig. Voor mij zijn het de kinderen, voor een ander is het misschien een drukke baan, een studie, mantelzorger zijn of misschien een tijdrovende hobby, die maakt dat je niet al het raadswerk kunt doen wat je zou willen doen.
Naar mijn gezin voel ik me ook vaak schuldig als ik weer een avond weg ben. Gelukkig doet mijn man er niet moeilijk over en heb ik veel geluk met een schoonmoeder die altijd klaar staat, maar ik kan die knop maar moeilijk uitzetten dat ik me richting hun niet schuldig voel. En waar ik al moeite heb om voor een vergadering of bijeenkomst oppas te regelen, heb ik dat helemaal als ik simpelweg concentratietijd wil, zodat ik achter de laptop kan of bellen zonder afgeleid te worden.
De oplossing? A) Knop toch omgezet krijgen. B) Keuzes maken dat je niet overal naartoe kan. C) Stoppen met politiek. D) Anders, namelijk… Nou, oplossing A lukt me al twee jaar niet, dus ik denk niet dat dat me nu dan wel opeens lukt. Oplossing B moet ik leren, daar zit wat ruimte. Oplossing C is voor deze periode geen optie, ik ben immers voor vier jaar als raadslid gekozen. Oplossing D is nog wel een interessante… Ik denk dat dit probleem namelijk voor meer raadsleden herkenbaar is.
Misschien met de raad eens bespreken? Misschien kunnen we de vraag omdraaien: waarom tijd zoeken? Kunnen we niet beter minder tijd van elkaar vragen? Want worden we echt overal verwacht? Wordt het je kwalijk genomen als je er niet altijd bent? Als je een onderwerp niet oppakt omdat je liever minder dingen goed wilt bekijken in plaats van alle dingen oppervlakkig? Maakt dat je een slecht raadslid? En de vraag die me daarmee ook bezig houdt: schrikt dit mensen af om zich in te zetten voor lokale politiek? Dat iemand zich wel voor de eigen gemeente wil inzetten, maar opziet tegen de tijd die het kost en er daarom vanaf ziet? Dat zou ik zonde vinden! Hoe kunnen we dat voorkomen? Ik denk dat het goed is als we hier als raad met elkaar over (blijven) hebben… Wordt hopelijk vervolgd. Als het aan mij ligt, wel!

Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging

Even pauze

Jaja, het is zover. Even pauze. De komende acht weken geen raadsvergaderingen. Ofwel: we hebben zomerreces! Vorige week hebben we als gemeenteraad nog belangrijke vergaderingen gehad over de Jaarstukken van 2022 en de Zomerbrief. Beide zijn unaniem aangenomen, daarmee gaan we toch prettig de zomerperiode in! De accountant heeft een positief advies gegeven en de complimenten zijn gegeven aan de ambtenaren en het college voor de bult werk die de jaarstukken met zich meebrengen, met name na de gevolgen van de hack.

Bij de Zomerbrief (even plat gezegd: ‘het kijkje vooruit’) worden vaak veel moties voorbereid. Dat was ook nu weer het geval! Met een motie geef je als gemeenteraad een opdracht aan het college. Natuurlijk moet wel de meerderheid van de gemeenteraad instemmen met die motie. Soms wordt een motie gedurende de vergadering ingetrokken (omdat bijvoorbeeld de wethouder al een toezegging heeft gedaan) of worden moties aangehouden (omdat er bijvoorbeeld later in het jaar een beter moment is, zoals bij het bespreken van de begroting). Vorige week is over 6 moties wél gestemd en ze zijn allemaal aangenomen. Allemaal inhoudelijk goede ideeën van verschillende partijen. De motie van In Beweging over inclusieve speeltuinen is ook aangenomen. Daar zijn we erg blij mee! Met die motie wordt aangegeven dat we ernaar streven dat alle kinderen, zowel met als zonder beperking samen kunnen spelen door speeltuinen aan te passen, bij onderhoud of als er nieuwe speeltuinen worden ontworpen; én dat in ieder geval in elke kern op minimaal één plek een inclusieve speeltuin moet komen! Dat kunnen grote aanpassingen zijn, maar ook kleine aanpassingen. Hoe fantastisch zou het zijn als alle kinderen samen kunnen spelen; fantastisch voor de kinderen én de ouders!

Naast het inhoudelijke deel, heb je ook nog de manier van vergaderen. De hele gemeenteraad vindt het belangrijk dat een vergadering respectvol verloopt. Daar hebben we het met elkaar ook over. Dat vind ik belangrijk en ik hoop dat we dat als gemeenteraad blijven doen. Ik was vorige week dan ook blij met hóe er vergaderd is. Met respect. Er is geluisterd. Het ging om de inhoud.

En nu gaan we de zomerperiode in! Staat de politiek dan stil? Ja, er zijn geen vergaderingen. Nee, veel politici gebruiken juist deze periode om eens rustig na te denken en zich in te lezen over thema’s die eraan komen. Want er komt nog heel wat aan! Van energiebeleid tot woonzorgvisie, van biodiversiteit tot het vertrouwen van inwoners in de politiek, van een begroting tot een update van het minimabeleid. En nog heel veel meer. Politiek staat nooit helemaal stil, denk ik. Mijn blog voor de komende acht weken wel. Ik wens iedereen een goede vakantieperiode!

Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging