Foto van Marianne Hutten

Anders wordt het ook zo saai

Daar zit je dan. Met je mooie bos bloemen. Te wachten tot ein-de-lijk dat gepraat over de coalitievisie voorbij is en je gewoon jouw familie of vriend(in) mag feliciteren met zijn/haar installatie als wethouder voor de komende vier jaar. De publieke tribune in het gemeentehuis zat afgelopen week vol. Het publiek kwam echter niet omdat ze naar de inhoud wilden luisteren, ze wilden gewoon feliciteren. 

“Toen werd het pas echt leuk. Ik heb de chips erbij gepakt en ben er eens voor gaan zitten”. Zomaar een reactie van iemand die de extra raadsvergadering van 6 april online had bekeken en op deze manier reageerde toen Fred Rijkens en Wim Meulenkamp feller op elkaar reageerden. De reactie vanuit In Beweging in die vergadering was toen ‘zullen we terug naar de vraag?’. De reactie van deze luisteraar was echter: ‘nu wordt het pas echt interessant’.

Tot zover twee voorbeelden.

Vanuit In Beweging willen we respectvolle, verbindende politiek. En politiek aantrekkelijk maken. Ik heb het idee dat kiezers vooral spektakel willen zien. Anders is het niet aantrekkelijk. Anders is het niet interessant om te volgen of om over te lezen. Terwijl wij het juist over de inhoud willen hebben. Moeten we dan maar showtje opvoeren om politiek aantrekkelijk te maken? Daar wil ik niet aan meedoen. Slingers ophangen? Nee, lijkt me ook niet echt van meerwaarde. Muziekje erbij? Ook geen meerwaarde. Persoonlijke aanvallen doen? Nee, juist niet. Het moet toch om de inhoud gaan?! Ik denk dat je politiek alleen aantrekkelijk maakt als inwoners en ondernemers hun eigen inbreng terug horen. In de raadsvergaderingen, in de krant, in het gesprek op straat, gewoon een telefoontje.

Als ik dit onderwerp bij politici aankaart (spektakel versus respectvolle politiek), verbaast me echter dat sommigen ook gewoon zélf zeggen dat het allemaal wel met wat meer reuring mag: ‘anders wordt het ook zo saai, dat maakt politiek toch juist leuk?!’. Eh, wat mij betreft toch niet. En als je er zelf zo in zit als politicus, wat kan ik dan van onze kiezers verwachten? Zullen we niet gewoon met elkaar andere manieren bedenken hoe politiek aantrekkelijker wordt? Misschien toch een show met een quizmaster, filmpjes, tafelgasten en reclameblokken? Roept u maar!

Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging

Foto van Marianne Hutten

Recht van klagen

Ik kan er niet zo goed tegen. Mensen die klagen. Zeggen wat er allemaal niet goed is. Alleen klagen brengt niks. Ik vind: klaag niet alleen; kom dan ook met een suggestie hoe het wél zou moeten. En zie daar: twee van mijn dilemma’s.

Eerst het dilemma over wel/niet ‘klagen’. Als raadslid heb je simpelweg op te letten. Als raadslid heb ik vragen te stellen als zaken naar mijn idee niet duidelijk zijn, niet volgens afspraak of gewoon omdat ik denk dat een bepaald plan geen goed idee is. Dat is (onder andere) mijn taak als raadslid. Maar ik wil niet ‘vragen stellen om het vragen stellen’ of ‘vragen stellen om te klagen’. Volgens mij brengt dat niks. Ik wil wel kritische vragen stellen als dat moet. De lijn tussen klagen en kritische vragen stellen is soms dun.

Iemand die in een andere gemeente raadslid is, vertelde me dat hij het raadslidmaatschap als een soort ouderschap invult. Je geeft regels (kaders) mee aan je kind. In het vertrouwen dat jouw kind daar goed mee omgaat. En soms stel je vragen, wijs je ergens op, maar dat is het. Maar! Als jouw kind vervolgens misbruik maakt van de gestelde regels (kaders) of iets doet wat echt niet kan, dan zal hij/zij dat weten ook! Die vergelijking sprak me wel aan. Dus zo ben ik het ook gaan zien. Ik wil vertrouwen geven aan het bestuur en blijf ondertussen scherp. Dat mag. Dat moet. Vind ik. Zo wil ik het insteken. Dat is geen klagen, dat is elkaar scherp houden.

En om dan ook meteen maar antwoord te geven op het tweede dilemma: moet ik dan ook altijd maar meteen met een alternatief komen? Nee, als raadslid hoeft dat niet. Wellicht heb ik wel een suggestie. Misschien ken ik een andere gemeente die voor hetzelfde probleem al een oplossing heeft bedacht. Maar dat hoeft niet. Ik kan en mag aan het bestuur van de gemeente vragen om andere oplossingen te (onder)zoeken.

Heeft u misschien de documentairereeks ‘Sander en de Kloof’ gezien? In één van de afleveringen kwam een meneer aan bod die vertelde dat er aan twee voorwaarden voldaan moet worden om iets te veranderen: 1) dat iemand iets écht niet wil en 2) dat iemand écht gemotiveerd is zich in te zetten voor een oplossing. Het klinkt als een open deur, maar ik heb dat goed in mijn oren geknoopt. Het is heel simpel: je moet het belangrijk genoeg vinden. Pas dan verandert er wat. En dan kom ik terug bij mijn begin. Alleen klagen brengt niks. Meedenken en meedoen wel. En anders heb ik ook geen recht van spreken. Eh, recht van klagen.

Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging

Foto van Marianne Hutten

Het wordt de Dordogne

Ik, roepend vanaf achter de computer: “Schat, het wordt een stacaravan in de Dordogne! Van 24 juli tot en met 12 augustus. Ik heb het uitgezocht. Altijd lekker warm daar. Dat is het goedkoopst en voor de kinderen is er genoeg te doen. Ik druk nu op de knop van ‘boeken’, hoor!”

Ik weet niet hoe bij u thuis het regelen van de vakantieplannen gaat, maar bij ons thuis in ieder geval niet op deze manier. Ik denk niet dat mijn man er blij van wordt als ik hem even mededeel wat ik voor hem heb bedacht wat de beste vakantie voor ons is.

Alleen als hij dus heel snel a) beseft wat ik net heb gezegd en daar ook iets heel snel van weet te vinden en b) binnen diezelfde tijd naar mijn computer rent om te zorgen dat ik niet op ‘boeken’ klik, kan hij voorkomen dat we naar de Dordogne gaan deze zomer. Of anders gezegd: dan mist hij de kans om met mij te overleggen of het toch niet een kampeervakantie in Normandië kan worden.

Mijn gedane vakantie-uitzoekwerk is goed bedoeld. Mijn uitzoekwerk bespaart toch tijd voor hem en ik ken hem toch wel goed genoeg wat hij en de kinderen leuk zullen vinden als vakantie? En ik zal toch echt wel mijn uiterste best gedaan hebben om ook echt de beste keuze te maken voor ons – ik ga immers zelf mee!

Misschien is er ook niks mis met de Dordogne. Misschien ook niks mis met die stacaravan. Misschien niks mis met die periode. Maar er is niks gevraagd. Er wordt alleen medegedeeld. Zelfs al zouden we van tevoren hebben afgesproken dat ik de vakantie mocht regelen. Zelfs al zouden we van tevoren de ‘kaders’ hebben afgesproken (ongeveer die periode, ongeveer die prijs, ongeveer die regio in dat land, een chill of actieve vakantie, etc). Dan nóg is het best prettig dat er nog even gecheckt wordt: ‘Ik heb dit uitgezocht. Volgens mij past dat helemaal in wat we zouden willen. Klopt dat? Mooi, want dan ga ik dat nu regelen’. Mijn man kennende, kijkt hij dan toch nog even mee en ziet bijvoorbeeld dat als we een dag later gaan, we flink minder betalen en dat dat dan toch een betere optie blijkt. Of hij ziet dat op die camping toch nog een plekje vrij is die dichter bij de speeltuin is. Kortom: even zuchten (‘argh, ik dacht dat ik klaar was met uitzoeken, nu duurt het nog langer’), maar de vakantie gaat er beter van worden!

U raadt vast wel waarom ik dit voorbeeld geef. Iets met participatie. Of anders gezegd: iets met betrokkenheid. Als gemeente maak je vaak genoeg goedbedoelde plannen. We willen allemaal een betere, mooiere, toekomstbestendige Hof van Twente. Maar vanaf welk moment betrek je degene om wie het gaat? Om even in de metafoor van de vakantie te blijven: doe je dat vanaf de vraag ‘zullen we op vakantie gaan?’ Of vanaf de vraag: ‘we gaan in ieder geval op vakantie, waar moet die vakantie aan voldoen?’ Of vraag je ook het uitzoekwerk samen te doen? Of krijgen de mensen een brief op de deurmat met de mededeling: “Beste inwoner, we hebben dit plan voor u uitgedacht. We hebben aan alles gedacht. Het is echt het beste voor u. Dus dat gaan we doen. We sturen u deze brief, want dan weet u dat. Mocht je het tóch geen goed plan vinden, kan je een zienswijze indienen”. Het plan is goedbedoeld. Op alle moeilijke vragen zijn al antwoorden bedacht. Maar het gevoel blijft dat je als inwoner dan met 10-0 achter staat. Waar komt dat plan opeens vandaan? Ik had mijn ideeën ook wel in willen brengen! Wat houdt dat plan dan eigenlijk in? En moet je toch nog snel voor de zekerheid een zienswijze indienen? Want stel je voor dat je dat niet hebt gedaan en je de kans hebt gemist bezwaar te maken? Kortom: zie dus de vergelijking met hoe je thuis de vakantie regelt.

Participatie is kneiter-ingewikkeld. Ik wil niet zeggen dat we in gemeente Hof van Twente geen participatie doen. Ik wil wel zeggen dat het altijd beter kan. De perfecte participatie is wat mij betreft ook een utopie. Niet iedereen zal na afloop van een project zeggen ‘wat ben ik hier fantastisch bij betrokken’. Maar het is wel het streven. Participatie – ik zeg liever ‘betrokkenheid’ is lastig op papier te vatten in een beleid en dat je dat op elke situatie precies zo kunt toepassen. Participatie is een kwestie van doen. En daarvan leren. En dat oprecht doen. Zoals Stephen Covey zei: ‘het grootste communicatieprobleem is dat we niet aan het luisteren zijn om te willen begrijpen. We luisteren om te kunnen antwoorden’. Wat mij betreft is er daarom maar één codewoord voor goede betrokkenheid: doe het oprecht. En anders niet.

Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging

Foto van Marianne Hutten

Ik hoop maar dat hij geen gelijk heeft

Ik luisterde vorig jaar bij Politiek in de Pol vol belangstelling naar een interview tussen Hans Verbeek en Henk Kamp. Henk Kamp zegt op een gegeven moment: “Ik ga nooit meer in de politiek, dan kan je niet zeggen wat je wilt”. Huh? Ik ging nog wat rechter op zitten. Hoorde ik dat nou goed? Je gaat toch júist in de politiek omdat je op die manier een podium voor jouw mening hebt? Je wilt toch jouw mening en overtuiging omzetten naar acties?

De uitspraak van Henk Kamp echoot bij mij nog steeds na. Het heeft vast te maken met de kiezersachterban en de hoeveelheid aan mensen en partijen die van verschillende kanten aan je trekken met hun belangen. Maar goed, dat is een aanname. En je moet altijd nagaan, niet aannemen. Ik hoop Henk Kamp hier dus nog eens over te spreken… Maar ik denk nog even verder. Misschien heeft het te maken met de mate van openheid in de politiek? Transparantie? Geheimhouding? Vertrouwelijkheid? Met die termen worstel ik en blijf ik nog wel even worstelen. Ze hebben allemaal met elkaar te maken. Achterliggende gedachte (uitgangspunt) van mij is dat onze inwoners meer vertrouwen in de politiek hebben als ze alles kunnen en mogen weten. Maar: hoe ver ga je daar in? Wat mij betreft was het bijvoorbeeld niet nodig om foto’s te maken van de landelijke partijleden die met elkaar het formatieproces in gingen waardoor het media-gesprek vooral over het SuperDry-t-shirt van Wobke Hoekstra ging en niet over de inhoud.

Ik heb vooral de vraag rondom openheid/transparantie/vertrouwelijkheid/geheimhouding: wat als degene aan de andere kant van de tafel daar niet in meegaat? Loop je dan weg? Stop je dan het gesprek? Ik heb pas zo’n gesprek gehad. Aan het begin van het gesprek werd gezegd: ‘jullie snappen wel dat dit gesprek vertrouwelijk is’. Ik kon opstaan. Weggaan. Maar ik ben blijven zitten. Aan het eind van het gesprek snapte ik niet wat er in dat gesprek gezegd is dat anderen niet zouden mogen weten. Maar ja, ik heb stilzwijgend ingestemd en dus heb ik mijn mond maar te houden. En dus moet ik op mijn woorden letten. Praat ik mijn mond voorbij? Ik wil die alarmbel niet in mijn achterhoofd hebben. Kost alleen maar energie: steeds bedenken wat je wel/niet tegen Pietje of Marietje mocht zeggen. Of wat je dan eerder tegen Klaas hebt gezegd wat Pietje of Marietje ook had moeten weten, etc. En natuurlijk, mensen moeten ook in vertrouwen een gesprek met je kunnen aangaan zonder dat je dat meteen op facebook gooit. Maar zit daar niet iets tussen in? Vanuit In Beweging hebben we in ons verkiezingsprogramma aangegeven dat wij een open politiek willen. Wij schrijven daarover het volgende: “geen verrassingen, we delen onze stukken. Geen onverwachte ‘konijnen uit de hoge hoed’”. Ik heb volgens mij oprecht de afgelopen maanden niet één keer de uitspraak gedaan: ‘dit blijft wel onder ons, toch?’. En dat hoop ik zo te houden. Ik ga hier in volgende blogs zeker op terug komen. Er valt nog veel meer over te zeggen en vooral te bespreken. Ik ben dan ook benieuwd hoe ú hier tegenaan kijkt. Ik hoop in ieder geval dat ik een volgend blog nooit hoef te beginnen met ‘Henk Kamp had gelijk. In de politiek kan je inderdaad niet zeggen wat je wilt’.

Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging

Foto van Marianne Hutten

Het zijn er 25

Weet u wat een griffier is? Wat een griffier doet? Wie er in het college van B&W zitten? Hoeveel raadsleden er eigenlijk zijn in Hof van Twente? Bent u wel eens in de raadzaal geweest? Als ik die vragen stel aan zomaar wat mensen, krijg ik meestal een vragende blik en een ‘geen idee eigenlijk’.

Inmiddels is bij ons het raadsinwerkprogramma begonnen. We krijgen masterclasses op thema’s, rondleiding door het gemeentehuis, we hebben zojuist een tweedaagse met de gehele gemeenteraad gehad en de mailbox stroomt vol met uitnodigingen voor allerlei interessante lezingen en bijeenkomsten. Afkortingen en termen vliegen rond: van de P&C-cyclus tot de WABO, van de VRT tot het A&O Fonds Gemeenten, van de LTA tot de auditcommissie, van seniorenconvent tot … Zomaar een greep uit wat termen. Als ik dan terugdenk aan mijn eerste vragen (zoals: hoeveel raadsleden heeft Hof van Twente?) en dat daar het antwoord al ‘geen idee’ op is, dan is het niet zo gek dat als we met zulke termen strooien, geen mens het nog kan volgen en dus afhaakt. Althans, dat is mijn redenering. Ik probeer er daarom extra op te letten dat als ik zelf nieuwe dingen leer in de politiek (termen, afkortingen, processen) en die eigen heb gemaakt, ik niet mag verwachten dat iedereen die weet en per ongeluk dus zelf ook in afkortingen en procestermen ga praten. Elke keer probeer ik mezelf de vraag te stellen: hoe was dat voor mij als kiezer?

Afgelopen weekend had ik weer zo’n besefmoment dat ik als kiezer toch echt een ander beeld had bij een bepaalde gang van zaken in vergelijking met hoe het werkelijk zit. Heeft u wel eens een raadsvergadering gevolgd? Ik wel. Bij voorkeur digitaal (ondertussen met een zak chips erbij en de afwas doen). Ik hoor en zie raadsleden dan in 1e en 2e termijnrondes vragen stellen aan de wethouders die vervolgens wel of niet duidelijke antwoorden geven en daarna wordt er wel of niet een besluit genomen. Zo gaat dat blijkbaar. Heb ik dan maar aangenomen. Maar zo is het niet. Weet ik nu. Dat is een keuze van de raad.

De gemeenteraad is het hoogste orgaan van de gemeente. Het debat zou niet tussen raadsleden en wethouders moeten zijn, maar tussen de raadsleden. Als er vragen aan de wethouders zijn, kan je die ook vooraf stellen. Als gehele raad hebben we nu uitgesproken dat we het debat tússen de raadsleden willen bevorderen. Daarom is nu de afspraak gemaakt om de wethouders buiten de kring van de raadsleden te zetten. Letterlijk. Ze zijn er wel, maar buiten de kring. Als er toch vragen blijken te zijn, kunnen ze die beantwoorden, maar het gaat om het debat tússen de raadsleden. De simpele vraag aan een ander raadslid ‘hoe ben je tot jouw standpunt gekomen?’ komt dan veel meer tot zijn recht. Ik ben heel benieuwd hoe dit gaat werken! Ik zou zeggen: kijk maar eens mee met de volgende raadsvergadering (live in de raadzaal zelf of via de website van de gemeente) en oordeel zelf. Kunt u meteen zien hoeveel gemeenteraadsleden Hof van Twente eigenlijk heeft…

Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging

Foto van Marianne Hutten

Doorgeefluik

Dat was ‘m dan. Onze eerste raadsvergadering. Een bijzondere, want het was een extra raadsvergadering. Aangevraagd door PvdA en D’66 (aan beide dank!). Helaas konden wij het als In Beweging nog niet zelf aanvragen omdat wij op dat moment nog niet officieel waren geïnstalleerd. De reden voor deze raadsvergadering was heel simpel: laten we met z’n allen de verkiezingsuitslag bespreken (in plaats van partij per partij met elkaar). Wat heeft de kiezer wat ons betreft duidelijk gemaakt met zijn/haar stemgedrag? Het was nu een beetje ‘mosterd na de maaltijd’ (maar eerder kon het dus niet). De partijen CDA, VVD en GemeenteBelangen hebben immers al aangegeven met elkaar de coalitie te willen vormen. Daarom was ons voorstel in de vergadering: zullen we nu alvast afspreken dat we bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen informeel met alle nieuwe raadsleden bij elkaar gaan zitten – meteen de zaterdag ná de verkiezingen? Een aantal andere gemeenten doen dit al. Niet iedereen was het daar over eens. Wel is er een soort intentie uitgesproken en zullen wij hier ruim voor de volgende verkiezingen op terugkomen om dit alsnog met elkaar af te spreken. Wij denken dat het goed is om te doen voor kiezer én de nieuwe raadsleden.

Naast het gesprek over het aantal zetels per partij en wat dat duidelijk maakt, is meermalen het lage opkomstpercentage van 56,6% (het laagste percentage sinds de gemeente Hof van Twente bestaat!) genoemd. Wat zegt dat? Wat kunnen we hiermee? Interesseert de mensen de politiek niet? Zijn ze teleurgesteld? Hebben ze geen idee op wie/welke partij te stemmen? Welke reden dan ook, ik wil daarmee aan de slag! Ik hoop dat ‘frisse politiek’ daarbij kan helpen. Een term die – zoals ik inmiddels heb gemerkt – bij sommige mensen oproept dat de politiek nu ‘onfris’ zou zijn. Dat heb ik niet gezegd en nooit zo bedoeld. We wonen in een mooie Hof van Twente, een gemeente waar we trots op mogen zijn. Een gemeente die ik nóg mooier wil maken en waar ik nóg trotser op wil zijn! En daar heb ik de inbreng van zoveel mogelijk kiezers voor nodig. Zoals eerder aangegeven in mijn blog over het bezoek aan de kapster: er zijn zóveel mensen die interessante en relevante meningen en ideeën hebben, maar: dat niet realiseren of dat niet laten weten omdat ze denken dat hun mening niet gevraagd wordt of omdat voor hun de drempel hoog is om die mening te laten weten? Zo zonde! Want, zoals iemand tegen me zei: bescheiden mensen hebben ook een mening!

Elk raadslid heeft een mooi, dik boek gekregen over het raadslidmaatschap. Daarin komt een interessant stuk terug hoe je je zelf als raadslid ziet: als doorgeefluik van meningen van de kiezer of als vertegenwoordiger? Ik ben daarin veranderd. Vroeger dacht ik meer als vertegenwoordiger: ik heb niet voor niks voor Pietje of Jantje gekozen, laat hun nu namens mij het werk maar doen! Nu denk ik toch meer als doorgeefluik: het vraagt meer, maar het levert zoveel meer op als je samen aan de gemeente werkt waar je zelf woont! Als je je medeverantwoordelijk voelt, het idee hebt dat jouw inbreng als inwoner ertoe doet. Participatie (laten we het deelnemen of inwonersbetrokkenheid noemen) is niet voor niets een erg groot onderdeel van de Omgevingswet die er aan zit te komen. Ik kijk nu al uit naar de bespreking van ons participatiebeleid in de gemeenteraad. En ondertussen? Vooral doen en leren – van en met elkaar! 

Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging

Foto van Marianne Hutten

Ik ben tegen!

Minder ik, meer wij. Dat is waar wij met In Beweging voor staan. Dankzij de 1912 stemmen die we hebben gekregen, mogen we in de praktijk gaan laten zien wat wij met zulke uitgangspunten bedoelen. Minder ik, meer wij. Dat is voor ons een belangrijk uitgangspunt. Dus niet: wij tegen zij. Wel: samen bereik je meer. Ook al kost dat soms meer tijd en energie. Het levert wel meer op. Zoals ook eerder gezegd: verkiezingsprogramma’s lijken veel op elkaar. Wij zijn niet zozeer tégen standpunten van de verschillende progressieve partijen. Sterker nog: we zijn juist voor. We willen vooral dat de krachten gebundeld worden. Dan bereik je meer.

De formatiepartijen zijn inmiddels bekend: CDA, VVD en Gemeente Belangen. Ze gaan aan de slag om de coalitie te vormen. In Beweging is niet voor een coalitie-akkoord, maar voor een raadsbreed raadsprogramma. Dat is een minder uitgewerkt document, maar wordt gesteund door alle partijen. Je krijgt daardoor meer debat in de raadszaal over het onderwerp met de kennis van dat moment. Volgens ons wordt daar een besluit alleen maar beter van. Onderzoek bij andere gemeenten die hier ervaring mee hebben, bevestigen dat. Ik heb al meerdere reacties gehoord dat ‘men’ niet voor een raadsprogramma is, maar wij blijven daar vanuit In Beweging wel voor pleiten.

Gaan de formatiepartijen dan weer voor het bekende ‘coalitieakkoord’? Krijgen we dan weer de sfeer van coalitie versus oppositie? Met daarbij een sfeer van wij tegen zij? Iemand zei deze week tegen mij: ‘In Beweging heeft de meeste stemmen gekregen van de oppositiepartijen. Jullie zijn nu oppositieleider!’. Tjie. Dat is wel de laatste gedachte hoe ik de uitslag van de verkiezingen heb opgevat. Het voelt voor mij meer als ‘we hebben samen 9 zetels, want de partijen waarvan ik hoop dat er veel meer samengewerkt wordt – zelfs wordt samengegaan – hebben samen 9 zetels’ (PvdA, SP, In Beweging en ja, ook D66). En nu zit ik opeens in de oppositie. Dat voelt alsof van mij verwacht wordt dat ik altijd tegen ben als het college met een voorstel komt. Wij tegen zij dus. Maar: een goed idee is een goed idee, laten we het voorstel dus op de inhoud bespreken. Dat klinkt toch heel logisch? Maar als ‘oppositie’ word je in een hoek gezet: ‘to oppose’, tegen zijn, de tegenpartij, de klagers, de irritante kritiekhebbenden. Die framing zet de extremen zo tegen elkaar. Dat is juist wat wij niét willen. Dat komt de sfeer niet ten goede. Soms zitten oplossingen in heel kleine dingen. Misschien wordt het tijd voor een simpele oplossing. Een andere naam voor ‘dé oppositie’. Misschien heeft u een suggestie?

Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging

Foto van Marianne Hutten

Mag ik even een traan laten?

Ik ga terug naar afgelopen vrijdag. Ik zit in de auto.

De telefoon gaat. Het is Harry Scholten van het CDA. Hij vertelt dat het CDA samen met de VVD en Gemeente Belangen het formatieproces zal starten. Het is netjes dat hij belt voor het de pers in gaat. De week na de verkiezingen was heel intensief met veel (telefoon)gesprekken, gedachtenspinsels, veel communicatie met leden, bestuur, fractie, etc. De boodschap van dit telefoontje van Harry Scholten is geen verrassing. Maar het is wel schakelen. Ik zit namelijk niet zomaar in de auto. Mijn man en ik zijn op weg naar Polen. Spullen brengen naar een noodopvanglocatie en vluchtelingen mee terug rijden. Met het bestuur wordt afgestemd hoe we op deze formatieplannen naar buiten toe zullen reageren. Ik wil de andere fractievoorzitters ook contacten.

Ik krijg nog een telefoontje. Of wij zondagavond een gezin van 5 Oekraïeners kunnen opvangen op ons erf. Hun huis is net gebombardeerd in Kiev. Vrienden van dit gezin zijn al in Markelo. Tuurlijk zijn ze welkom! Zo, dat is weer even schakelen!

We brengen de spullen naar een noodopvang in Poznan, op zaterdag rijden we terug met 2 moeders met 2 kinderen naar een warme, huiselijke plek in Naarden. ’s Nachts komen we thuis. Zondag de hele dag bezig met de stacaravan klaarmaken voor het gezin van 5 dat ’s avonds laat zal aankomen. Eigenlijk proberen we een 2e huishouden klaar te zetten: van luiers tot koffiezetapparaat, van dekbedden tot een volle koelkast. Vannacht zijn ze aangekomen. Doodmoe van de lange reis. Terwijl ik mijn kinderen vanmorgen naar school breng, laten ze weten dat ze goed hebben geslapen. Dat ze de stilte zo fijn vinden, geen oorlogsgeluiden om zich heen. Slik.

En terwijl het gezin van 5 in onze stacaravan hopelijk een beetje kan bijkomen, is vandaag mijn laatste werkdag voor de gemeente. Daarna mag ik niet meer, want als raadslid mag ik niet voor de gemeente werken. Het is weer even schakelen!

Ik ga mijn werk niet binnen een dag optimaal kunnen afronden, maar ik doe mijn best. Ik zie en merk zoveel mensen die hun best doen. Van vrijwilligers rondom de situatie met Oekraïne. Tot collega’s op het werk. Tot de mensen in de politiek; binnen mijn eigen partij en ook bij de andere partijen. Het kost allemaal energie, het geeft ook allemaal energie. En hoe cliché het ook is, het is toch echt waar, ik ervaar het steeds en daarom wil ik het blíjven zeggen: alleen ga je sneller, samen kom je verder!

Marianne Hutten
Lijsttrekker In Beweging

Foto van Marianne Hutten

Douze points

Woensdag 16 maart. De verkiezingsdag is aangebroken. Ik vind het niet zozeer spannend, ik ben vooral nieuwsgierig. Wat gaat de kiezer doen? Wat blijkt aan het eind van de avond… We krijgen 1912 stemmen! Wát een aantal! We komen, uit het niks, met 3 zetels in de raad! Dat is historisch. Het is nog niet eerder gebeurd in Hof van Twente dat een nieuwe partij met 3 zetels binnenkomt. Wauw!

Donderdag 17 maart. De voorkeursstemmen worden vandaag bekend gemaakt. Dit vind ik heel spannend! Wat gaat de kiezer doen? Bij alle partijen zie ik verrassende uitslagen waardoor een aantal kandidaten niet in de raad komen, maar ook andersom: mensen die lager op de lijst staan, maar die door de voorkeursstemmen tóch in de raad mogen. Dan zijn wij aan de beurt. En wat zien we? De kiezer stemt zoals onze eigen leden ook hebben gestemd in onze ledenvergadering toen de kieslijst werd vastgesteld! Met op 1 ikzelf, 2 Frank Stevens en 3 Mathijs Gelen. Dat is dus een combinatie van partij-ongebonden (ik!), ervaring en SP-achtergrond (Frank!) en jongere en GroenLinks-achtergrond (Mathijs!). Wat een team dat de kiezer op deze manier ons de kans (lees: het vertrouwen) geeft dat wij in de praktijk mogen laten zien wat we tot nu toe alleen konden roepen. Ik ben hier héél blij mee! Drie zetels, dit team. We gaan aan de slag! 1912 kiezers die ervoor hebben gekozen om voor ons te kiezen. Dat vind ik écht nogal wat en neem ik heel serieus!

1912 kiezers die hun ene stem aan ons hebben gegeven. Als kiezer kan je maar één stem geven. Het is geen Eurovisie Songfestival waar je je punten kunt verdelen. Overigens niet eens zo’n gek idee wellicht dat dat (of een variant daarop) ingevoerd zou worden; wellicht dat dat helpt bij het opkomstpercentage voor de kiezer die niet 100% overtuigd is op wie/welke partij/persoon hij/zij de stem wil uitbrengen. En als je écht overtuigd bent, geef je de volle ‘douze points’ aan degene waar je anders jouw ene stem op had gegeven. “Our twelve points go to…”.

Voor nu kan ik alleen maar zeggen: bedankt aan al die 1912 kiezers! Wij gaan met In Beweging ons meer dan uiterste best doen komende vier jaar voor verbindende én frisse politiek!

Marianne Hutten
Lijsttrekker In Beweging

Foto van Marianne Hutten

Bij de kapper

Beste kapster van 21,

Ik weet je naam niet. Ik weet wel dat je 21 bent. En dat je in Goor woont. En ik weet dat mijn kappersbezoek en ons gesprek mij weer aan het denken heeft gezet. Terwijl ik geknipt word, vraag ik je of je gaat stemmen. ‘Nee’. Je bent even stil en vervolgt: ‘ik heb er zó niks mee’. Je bent weer even stil en vervolgt zelf: ‘Ja sorry, wel slecht hè, eigenlijk moet iedereen stemmen, maar ik zou niet weten op wie’. Je maakt me nieuwsgierig. ‘Kijk, ik vind het bijvoorbeeld wel belangrijk dat iedereen gewoon z’n energierekening kan betalen; het is toch erg dat mensen nu gewoon de verwarming uitzetten, omdat ze het anders niet kunnen betalen. Ik ben alleen, ik heb geen kinderen, geen huisdieren waar ik voor moet zorgen. Ik kan het wel betalen, maar andere mensen…’ En je vertelt maar door. ‘Ik ben echt niet op mijn mondje gevallen, hoor. Ik heb echt wel heel erg een mening. Neem bijvoorbeeld mijn oom. Die is volledig afgekeurd, maar hij doet zo ongelooflijk veel vrijwilligerswerk. Dat vind ik echt knap en goed’. En zo komen heel ongemerkt heel veel politieke thema’s voorbij.

Met de nieuwe schaar prik je in je vinger. Je haalt een pleister, komt terug en zegt iets heel simpels, maar wel treffends: ‘als ik dat nou allemaal belangrijk vind, op wie moet ik dan stemmen? Geen idee!’. Tja, goede vraag. Alle partijen willen betaalbare energierekeningen, mensen die vol kunnen meedoen in de maatschappij, betaalbare starterswoningen, etc. Dat is juist het hele punt van onze partij, In Beweging. We willen samengaan met partijen, het voor de kiezer overzichtelijker maken. En nu je het zo zegt, realiseer ik me: stemwijzers werken andersom. Je krijgt stellingen en op basis van jouw antwoorden, komt er een uitslag uit. Maar eigenlijk wil je tegen een stemwijzer zeggen: ik wil dit thema prioriteit geven, welke partij doet dat ook?

Het gesprek gaat door en inmiddels hebben we het uitgebreid over wat er (niet) te doen is voor jongeren in Goor. En inmiddels ben jij niet de enige die zich in het gesprek heeft gemengd. De hele kapperszaak vult elkaar aan! Ik hoor dingen die ik nog niet wist. Ik luister, ik spons, ik sla op. Uit jezelf zou je niet afkomen op een uitnodiging over politieke thema’s. Maar toch, ik vraag je of je wel zou komen als ik bij 50 willekeurige adressen een uitnodiging in de bus zou doen. ‘Ja, ik denk het wel. Toch wel’.

Afgelopen dinsdag is het participatiebeleid in de gemeente besproken. Een beladen woord waar wat mij betreft gewoon inwonersbetrokkenheid mee wordt bedoeld. Mensen uitnodigen is niet genoeg. Het gaat een stap verder. Als we mensen willen spreken, moeten we naar ze toe. Op onverwachte manieren dan de standaard bijeenkomsten. Dan hoor je écht waardevolle dingen. Zoals hier, bij de kapper. Een uitdaging die ik graag aan ga.

Beste kapster van 21 uit Goor: bedankt voor je inbreng. Ik hoop dat je toch gaat stemmen! Jouw mening doet er toe!

Marianne Hutten
Lijsttrekker In Beweging