Foto van Marianne Hutten

Als de microfoon uit staat …

Misschien is het logisch, misschien niet. Maar als die microfoon uit staat… dan worden pas écht interessante dingen gezegd (of misschien beter: geroepen). Ik heb het inmiddels al een paar keer zo ervaren: bij een radio-uitzending, bij verkiezingsdebatten, bij raadsvergaderingen, etc.

Zo was er een keer een verkiezingsdebat bij Hofstreek FM waar fractievoorzitters in wisselende duo’s in de studio stellingen kregen voorgelegd. Dat waren keurige gesprekken. Maar juist in de wachtruimte waar de fractievoorzitters zaten die niet aan de beurt waren, ontstonden interessante, pittige discussies. Dusdanig dat er vanuit de technische ruimte gevraagd moest worden of we wat zachter konden doen, anders kon je ons vanuit de wachtruimte in de uitzending horen …

Of bijvoorbeeld na afloop van een raadsvergadering. Volgens mij is het bij mij inmiddels standaard. Vergadering klaar en ik spring als eerste op om naar iemand toe te lopen: ‘Waarom deed je dit nou? Waar kwam dat argument opeens vandaan? Wat bedoelde je met …?’ En voilà, daar gaat de discussie meestal weer aan.

Of neem politieke bijeenkomsten. Het gemeentehuis sluit om 22.00u. Dan worden we netjes verzocht het pand weer te verlaten. Het gebeurt eigenlijk altijd dat er buiten het gemeentehuis voor de ingang vervolgens gewoon verder wordt gediscussieerd. Vaak heel interessante gesprekken! Ook weer: als de microfoon uit staat …

En waar ‘m dat in zit? Tja, als ik voor mezelf spreek, zijn dat drie redenen. Ten eerste: de sfeer van een vergadering is formeel. Je moet keurig wachten tot de voorzitter je het woord geeft. Er zijn termijnen. Discussies worden vaak gestopt vanwege de beperkte tijd. Je hebt een microfoon voor je neus. Er staan camera’s op. Dat maakt allemaal dat er bij mij geen dynamiek ontstaat. En ten tweede: stiekem ben ik toch bang dat ik iets geks zeg. Dat ik iets vraag wat ik gewoon had moeten weten als ik mijn huiswerk beter had gedaan. Dat ik iets vraag wat volgens de procedures niet zo hoort. Kortom: het moet wel kloppen wat ik zeg. Ten derde: soms gaat het me gewoon te snel. Twee weken terug is er een raadsbijeenkomst geweest die niet goed liep. Ik heb daar volgens mij alleen maar met grote ogen zitten rondkijken: wat gebeurt hier in vredesnaam?! Geen idee wat ik op dat moment kan zeggen om een zinnige bijdrage te leveren (achteraf, ook dat kan je op dat moment gewoon benoemen. Misschien wel juíst benoemen!).

Ik heb drie redenen genoemd waarom de beste discussies (zoals ik ze ervaar) buiten de formele vergaderingen om zijn. Daar zit geen reden bij dat ik stiekem iets wil bekokstoven, een dealtje wil sluiten of iets sneaky wil regelen. In Beweging staat immers voor openheid.

Kan het anders? Hoe krijg je goede discussies die voor iedereen te volgen zijn? Voor mezelf geldt meer ervaring opdoen (dan komt dat snelle schakelen vast vanzelf). In het algemeen geldt volgens mij: vaker informele settings creëren. Met microfoons. Maar die wat mij betreft daarbij best wat langer aan mogen blijven staan…

Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging

Geplaatst in Blog van Marianne.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *