Foto van Marianne Hutten

Ik hoop maar dat hij geen gelijk heeft

Ik luisterde vorig jaar bij Politiek in de Pol vol belangstelling naar een interview tussen Hans Verbeek en Henk Kamp. Henk Kamp zegt op een gegeven moment: “Ik ga nooit meer in de politiek, dan kan je niet zeggen wat je wilt”. Huh? Ik ging nog wat rechter op zitten. Hoorde ik dat nou goed? Je gaat toch júist in de politiek omdat je op die manier een podium voor jouw mening hebt? Je wilt toch jouw mening en overtuiging omzetten naar acties?

De uitspraak van Henk Kamp echoot bij mij nog steeds na. Het heeft vast te maken met de kiezersachterban en de hoeveelheid aan mensen en partijen die van verschillende kanten aan je trekken met hun belangen. Maar goed, dat is een aanname. En je moet altijd nagaan, niet aannemen. Ik hoop Henk Kamp hier dus nog eens over te spreken… Maar ik denk nog even verder. Misschien heeft het te maken met de mate van openheid in de politiek? Transparantie? Geheimhouding? Vertrouwelijkheid? Met die termen worstel ik en blijf ik nog wel even worstelen. Ze hebben allemaal met elkaar te maken. Achterliggende gedachte (uitgangspunt) van mij is dat onze inwoners meer vertrouwen in de politiek hebben als ze alles kunnen en mogen weten. Maar: hoe ver ga je daar in? Wat mij betreft was het bijvoorbeeld niet nodig om foto’s te maken van de landelijke partijleden die met elkaar het formatieproces in gingen waardoor het media-gesprek vooral over het SuperDry-t-shirt van Wobke Hoekstra ging en niet over de inhoud.

Ik heb vooral de vraag rondom openheid/transparantie/vertrouwelijkheid/geheimhouding: wat als degene aan de andere kant van de tafel daar niet in meegaat? Loop je dan weg? Stop je dan het gesprek? Ik heb pas zo’n gesprek gehad. Aan het begin van het gesprek werd gezegd: ‘jullie snappen wel dat dit gesprek vertrouwelijk is’. Ik kon opstaan. Weggaan. Maar ik ben blijven zitten. Aan het eind van het gesprek snapte ik niet wat er in dat gesprek gezegd is dat anderen niet zouden mogen weten. Maar ja, ik heb stilzwijgend ingestemd en dus heb ik mijn mond maar te houden. En dus moet ik op mijn woorden letten. Praat ik mijn mond voorbij? Ik wil die alarmbel niet in mijn achterhoofd hebben. Kost alleen maar energie: steeds bedenken wat je wel/niet tegen Pietje of Marietje mocht zeggen. Of wat je dan eerder tegen Klaas hebt gezegd wat Pietje of Marietje ook had moeten weten, etc. En natuurlijk, mensen moeten ook in vertrouwen een gesprek met je kunnen aangaan zonder dat je dat meteen op facebook gooit. Maar zit daar niet iets tussen in? Vanuit In Beweging hebben we in ons verkiezingsprogramma aangegeven dat wij een open politiek willen. Wij schrijven daarover het volgende: “geen verrassingen, we delen onze stukken. Geen onverwachte ‘konijnen uit de hoge hoed’”. Ik heb volgens mij oprecht de afgelopen maanden niet één keer de uitspraak gedaan: ‘dit blijft wel onder ons, toch?’. En dat hoop ik zo te houden. Ik ga hier in volgende blogs zeker op terug komen. Er valt nog veel meer over te zeggen en vooral te bespreken. Ik ben dan ook benieuwd hoe ú hier tegenaan kijkt. Ik hoop in ieder geval dat ik een volgend blog nooit hoef te beginnen met ‘Henk Kamp had gelijk. In de politiek kan je inderdaad niet zeggen wat je wilt’.

Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging

Geplaatst in Blog van Marianne.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *