Hand laat informatie vallen in een zwarte doos

De black box

Stel, iemand (lees: de gemeente) vraagt oprecht naar jouw mening over een bepaald onderwerp in het kader van een onderzoek. Dat is mooi. Het gaat over een onderwerp dat jou aangaat, dus daar wil je wel aan meewerken. Aan het eind van de enquête of het gesprek wordt tegen je gezegd: “Vriendelijk bedankt voor uw medewerking. Wij gaan alle inbreng analyseren, we maken een voorstel voor beleid, we stellen dat voor aan de gemeenteraad, zij nemen dan een besluit en daarna komt er een keer een nieuwsbrief of u leest in de krant wat het uiteindelijke beleid is geworden”.

Wat zou u daarvan vinden? Ik word daar heel opstandig van. Ja, fantastisch: uw mening wordt gevraagd. Ja, fantastisch: met een beetje mazzel heeft iemand gedacht dat uw ingebrachte idee misschien wel in beleid moet komen. Of niet. Dat weet u dan niet. U kunt het hele beleid dan gaan doorspitten om erachter te komen. Of gewoon hopen dat iets van uw inbreng is vertaald naar beleid. Laat staan dat u weet waarom uw idee het beleid wel of niet heeft gehaald. Wat zouden de rest van de mensen hebben ingebracht die hebben meegedaan aan het onderzoek? Straks hebben ze uw inbreng net iets anders opgevat dan u had bedoeld. Of u bent iets vergeten wat echt nog even genoemd had moeten worden.

Ik noem dit de black box: je stopt er wat in, maar je hebt geen idee wat er uit gaat komen, wanneer en waarom. Dit is wel wat er nu gebeurt met het minimabeleid. Vorig jaar zomer is een enquête de deur uit gedaan naar een grote groep mensen. Er zijn ook telefonische interviews gehouden. En nu wachten we. De gemeenteraad is recent bijgepraat over de resultaten van het onderzoek. De gemeenteraad is verteld dat voor de zomer nog een voorstel wordt besproken in de gemeenteraad.  Maar de doelgroep zelf, de mensen wiens mening is gevraagd, weet van niks. Het is toch wel zo netjes (‘normaal’ zou ik willen zeggen) dat als je iemand om zijn/haar mening vraagt, je tussendoor ook laat weten wat de opbrengst is, tot welke ideeën dat heeft geleid in het gemeentehuis, welke afwegingen meespelen en wanneer het nieuwe beleid wordt verwacht en natuurlijk kunnen ze daarbij ook nog iets meegeven. Dat hoeft niet groots en meeslepend. Bijvoorbeeld gewoon de doelgroep uitnodigen voor een bijeenkomst. Onderzoeksresultaten presenteren en met elkaar in gesprek, eventueel in kleinere groepjes. Met aanwezigheid van ambtenaren en betrokken partijen. Eigenlijk net zoals met de gemeenteraad recent is gedaan.

Deze (tussen)stap is één van de uitgangspunten toen we als raad unaniem (!) het OKO-beleid hebben  vastgesteld (OKO staat voor Opgroeien in een Kansrijke Omgeving – plan voor preventie en handhaving voor alcohol en middelengebruik). Eén van de uitgangspunten was daarbij: onderzoek niet alleen, maar ga vooral in gesprek over de resultaten. Praat niet over ons, maar met ons. Dat verhoogt betrokkenheid van de doelgroep en kan het beleid alleen maar beter maken. Dat vinden we bij het OKO-beleid dus een belangrijk speerpunt, waarom zouden we dat bij het minimabeleid dan opeens niet doen? In Beweging gaat haar best doen om ‘black boxen’ te voorkomen en zal pleiten in de gemeenteraad voor deze (tussen)stap: betrek de doelgroep niet alleen voor input voor het minimabeleid, maar ook in aanloop naar het nieuwe minimabeleid toe. Klinkt toch ook logisch?

Marianne Hutten
Fractievoorzitter In Beweging

Geplaatst in Blog van Marianne.